Biodiversiteit is belangrijker op regionaal dan op lokaal niveau
Biologen van de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit van Göteborg in Zweden hebben aangetoond dat een goed functionerend ecosysteem op regionaal niveau belangrijk is om de lokale biodiversiteit op een specifieke plek te behouden. Het is daarom niet altijd negatief dat er op lokaal niveau slechts een schrale biodiversiteit is.
Aan de hand van de hoeveelheid soorten in een specifiek grasland konden de biologen bepalen of een grote biodiversiteit nu ook bijdraagt aan een gezond ecosysteem. Hieruit blijkt dat niet de hoeveelheid aanwezige soorten bepalen of een lokaal grasland productief is, maar wel de hoeveelheid soorten die in de hele regio present zijn.
Natuurlijke reserve
«Soms heeft een schrale biodiversiteit geen negatief effect op het functioneren van het ecosysteem. Je kan met andere woorden zowel met veel als met weinig soorten een grasland verkrijgen dat veel biomassa produceert», vertelt VUB-bioloog Bram Vanschoenwinkel.
Is biodiversiteit dan helemaal niet belangrijk? Die vraag stelden de biologen zich vervolgens. Toch wel, maar dan eerder op een grotere ruimtelijke schaal. De biodiversiteit van de ruimere omgeving is van cruciaal belang voor de productiviteit.
«Laat dat nu ook net zijn wat onze ecosystemen nodig hebben: een zo groot mogelijke natuurlijke reserve van soorten in onze landschappen die kunnen inspelen op wat ons in de toekomst te wachten staat», besluit Vanschoenwinkel.