Boris Johnson stapt op als partijleider, maar wil premier blijven tot er opvolger is
In een toespraak aan Downing Street 10 heeft de Britse premier Boris Johnson aangekondigd dat hij opstapt als partijleider. De aankondiging komt er na een nu al drie dagen durende leegloop binnen zijn regering. Eerder vandaag riep minister van Financiën Nadhim Zahawi, pas dinsdag aangesteld in die functie, de premier op om «nu» op te stappen.
«Het is de wil van de partij om een nieuwe leider en dus een nieuwe premier te kiezen». Met die woorden begon Boris Johnson donderdag zijn toespraak aan Downing Street 10. Hij benadrukte dat de zoektocht naar een nieuwe partijleider nu start, maar dat hij aanblijft tot een opvolger gevonden is, dus ook als premier. Het proces voor de verkiezing van een nieuwe leider gaat volgende week van start, gaf Johnson mee
George Freeman, die eerder vandaag ontslag nam als onderminister van Wetenschap, wil een waarnemend premier tot een nieuwe partijleider is verkozen. «Boris Johnson moet zijn ambt inleveren, zijn excuses aanbieden aan Hare Majesteit en haar adviseren een interim-premier aan te stellen», aldus Freeman.
Ongeziene leegloop
De beslissing van Johnson komt er nu, sinds dinsdagavond, al bijna 60 regeringsleden zijn opgestapt, onder wie vijf kabinetsleden. Zo’n leegloop is ongezien in de Britse politieke geschiedenis. Het ongenoegen binnen Johnsons Conservatieve Partij is al maanden aan het gisten, na schandalen rond, onder meer, feestjes tijdens coronalockdowns. De laatste druppel was de aanstelling van Chris Pincher tot deputy chief whip, verantwoordelijk voor de partijdiscipline in het Lagerhuis. Pincher werd gepromoveerd hoewel Johnson op de hoogte was van beschuldigingen van seksuele intimidatie tegen de man. Vorige week nam Pincher noodgedwongen ontslag wegens het dronken betasten van twee mannen.
«Vele mensen zullen opgelucht zijn, anderen zullen teleurgesteld zijn», aldus Johnson. «Ik ben bedroefd dat ik ontslag neem.» Aan het einde van de toespraak bedankte hij het Britse volk, «voor het voorrecht dat jullie me gegeven hebben.»