Coronapandemie leidde tot wereldwijde vermindering van cardiovasculaire onderzoeken
De coronapandemie heeft geleid tot een aanzienlijke, wereldwijde vermindering van het aantal cardiovasculaire onderzoeken. Daardoor is ook het risico op een slechte prognose na een hartprobleem toegenomen. Dat meldt de Belgian Heart Rhythm Association (BeHRA) donderdag.
De mondiale gezondheidscrisis van de voorbije twee jaar heeft de wereld zoals we die kennen op zijn kop hebben gezet. Naast de sterfte die rechtstreeks verband houdt met het coronavirus, heeft de pandemie voor hart- en vaatziekten ook veel indirecte gevolgen gehad. «Om te beginnen is het risico op een slechte prognose na een hartprobleem toegenomen», zegt Ivan Blankoff, cardioloog in het UZ Charleroi en voorzitter van de BeHRA. «Door van de getroffen gezondheidsmaatregelen is ook het aantal cardiovasculaire onderzoeken wereldwijd aanzienlijk gedaald, met name bij de sociaal zwakkeren.»
En zo’n cardiovasculair onderzoek is volgens de BeHRA erg belangrijk. Het aantal patiënten met voorkamerfibrillatie in België wordt geschat op 150.000. Dat cijfer zal tegen 2050 verdubbelen. Bovendien is het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van deze hartritmestoornis wereldwijd met 60 procent gestegen.
FibriCheck
De Belgische app FibriCheck, een smartphone-applicatie die hartritmestoornissen detecteert, werd in 2014 gelanceerd. En in 2021 lanceerde de BeHRA een nationale actie voor hartritmemonitoring op afstand. Tussen juni en september 2021 vulden 12.602 mensen een vragenlijst in die te vinden was op de BeHRA-website. Van die mensen hadden er 6.020 een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Nog eens 2.266 mensen activeerden daadwerkelijk de FibriCheck-app om hun hartslag een week lang te monitoren.
Deze actie spoorde 57 gevallen van potentieel voorkamerfibrilleren op (2,5%) en 305 andere gevallen van hartritmestoornissen (13,5%). Dat gebeurde bij een populatie van 65 jaar of ouder met een risico op voorkamerfibrilleren en beroerten.