CRB pleit voor betere monitoring stiptheid treinen en differentiatie in fietstarieven
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) pleit, samen met de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) en de Nationale Arbeidsraad (NAR), voor een betere monitoring van de stiptheid van de treinen en een tariefdifferentiatie voor het fietssupplement. Dat zijn de opvallendste conclusies uit een advies over de beheersovereenkomsten en meerjareninvesteringsplannen bij de NMBS en Infrabel.
In het ontwerpcontract wordt voorgesteld om de stiptheid van de treinen die niet langs de Noord-Zuidverbinding passeren slechts eenmaal te meten (namelijk op het eindpunt). Enkel de stiptheid van treinen die de Noord-Zuidverbinding aandoen, zou tweemaal worden gemeten. De Raden zouden echter willen dat de stiptheid van alle reizigerstreinen in de (belangrijkste) tussenstations wordt gemeten. Voorts pleiten de CRB, FRDO en NAR ook voor een Europese norm voor stiptheidsmeting, zodat een internationale vergelijking mogelijk wordt.
Fietssupplement
Daarnaast pleiten de Raden er ook voor om het fietssupplement niet enkel te differentiëren volgens het moment op de dag (piek of dal), maar ook de afgelegde afstand mee in rekening te nemen. «Doordat de prijs van het fietssupplement momenteel een vaste prijs is ongeacht de afstand van het traject, is het fietssupplement relatief gezien minder interessant voor reizigers die korte afstanden afleggen met de trein dan voor reizigers die grote afstanden overbruggen. In sommige gevallen is het treinticket thans goedkoper dan het fietssupplement», klinkt het.
In het algemeen zijn de Raden echter tevreden over de beheersovereenkomsten en de meerjareninvesteringsplannen. Het merendeel van hun eerdere aanbevelingen zijn dan ook terug te vinden in de documenten.