Daarom vieren christenen Allerheiligen en Allerzielen (video)
Vandaag is het Allerheiligen, de dag waarop christenen alle heiligen en martelaren herdenken. Het hoogfeest in de Rooms-Katholieke Kerk wordt al sinds de vierde of vijfde eeuw gevierd. Morgen herdenken christenen dan weer alle overledenen. Maar hoe zijn Allerheiligen en Allerzielen eigenlijk ontstaan?
Allerheiligen was oorspronkelijk een dag waarop alle martelaren van de kerk werden herdacht. Het feest wordt al sinds de vierde of vijfde eeuw op bepaalde plaatsen gevierd. Aanvankelijk vond het feest jaarlijks plaats op 13 mei. In 844 verving paus Gregorius IV die datum door 1 november, volgens de regel van Benedictus de begindag van de winterperiode. Die dag was voortaan een verplichte feestdag in het Frankische Rijk, dat later zou opgaan in het Heilige Roomse Rijk.
De christelijke link tussen Allerheiligen en Halloween, de vooravond van Allerheiligen, is wat verwaterd. Halloween is een samentrekking van de Engelse woorden ‘All Hallows eve’, wat letterlijk ‘de avond voor Allerheiligen’ betekent. De huidige invulling van Halloween in ons land vindt zijn oorsprong in de Keltische traditie. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was dan binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor een vrije dag, het Keltische Nieuwjaar of Samhain. Het feest kwam vanuit Ierland (Keltische achtergrond) en de Verenigde Staten naar onze contreien overgewaaid.
Allerzielen
Allerzielen valt ieder jaar op 2 november, dus een dag na Allerheiligen, en is de dag waarop gebeden wordt voor alle gestorvenen. Het woord is afgeleid van ‘gedachtenis aller zielen’. Het voert terug op de oude overtuiging dat de mens bestaat uit een lichaam en een ziel. Na een overlijden scheidt de ziel zich van het lichaam om terug te keren naar God. Voordat veel zielen daadwerkelijk in Gods nabijheid kunnen verkeren, moeten ze eerst gelouterd worden in het Vagevuur. Op Allerzielen wordt dan ook in het bijzonder gebeden voor gestorvenen die nog niet voor eeuwig bij God verblijven.
Het christelijke feest dateert oorspronkelijk uit de tiende eeuw, toen de heilige abt Odilo van Cluny (ca. 961-1049) gelovigen in Bourgondië opdroeg om op de dag na Allerheiligen alle overleden gelovigen te herdenken (988). Hij baseerde zich daarbij weer op een oude monastieke traditie in Spanje. De datum van 2 november als dag om de overledenen te gedenken verspreidde zich door de eeuwen heen van de Cluniaanse kloosterordes naar andere Benedictijnse ordes, en nadien naar de westerse Kerk in het algemeen. Het bisdom Luik was het eerste bisdom dat de praktijk adopteerde, onder bisschop Notger circa 1008. Pas vanaf de dertiende eeuw wordt Allerzielen algemeen gevierd binnen de katholieke kerk.
Naar het kerkhof
Tijdens Allerzielen gaan veel gelovigen naar het kerkhof om hun geliefden te gedenken. Soms worden graven versierd met (witte) bloemen. Vaak zijn dat chrysanten. De chrysant staat symbool voor geluk, trouw en vriendschap. De bloemen bestaan in zowat alle kleurschakeringen en blijven lang bloeien. In Mexico is het traditie om op Allerzielen een speciaal broodje te bakken: pan de muerto, of dodenbrood.
«Allerzielen doet ons nadenken over de dood zelf», aldus oud-bisschop Luc Van Looy in een YouTube-video van Kerknet in 2019. «De dood is een thema dat de mensen uit de weg willen gaan, maar het is wel een heel belangrijk stuk van ons leven.»