De helft meer besmettingen bij wie werkt dan bij wie niet werkt
De werkende bevolking telt goed de helft meer besmettingen dan de algemene bevolking. Dat blijkt uit het meest recente tweewekelijks rapport van KU Leuven, UHasselt en Idewe, dat het aantal besmettingen in de verschillende sectoren met elkaar vergelijkt. Het hoogste aantal besmettingen bevindt zich op dit moment in de kunst-, sport- en recreatiesector.
De cijfers van het rapport bespreken de periode van 4 tot 17 januari. Aan de hand van gegevens van gezondheidsinstituut Sciensano, gekoppeld aan data van de sociale zekerheid en uit de contacttracing, kunnen sectoren met elkaar vergeleken worden. De cijfers worden bekeken aan de hand van de veertiendaagse incidentie, dus het aantal besmettingen per 100.000 mensen.
Razendsnelle verspreiding
De kunst-, sport- en recreatiesector telde de voorbije periode een incidentie van 4.403. Op de tweede plaats komt het onderwijs met een incidentie van 4.394, gevolgd door de horeca met 4.285. In het onderwijs is de forse stijging vooral te merken in het secundair onderwijs. Voorts kennen de sectoren die met jeugd en kinderen werken, zoals crèches en kinderdagverblijven, eveneens een sterke toename. Ook de luchtvaartsector, in het vorig rapport nog de absolute koploper qua incidentie, blijft op een hoog niveau besmettingen noteren.
«Wat voorspeld was, heeft zich ook voltrokken», zegt professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis (KU Leuven en Idewe). «Het aantal besmettingen stijgt exponentieel: tegenover de vorige periode is de gemiddelde incidentie in de werkende bevolking met 44% toegenomen. Het virus verspreidt zich in deze groep dus razendsnel. Bedrijven dienen zich voor te bereiden op uitval van het personeel.»