Eén op drie werknemers geeft leidinggevende slecht rapport
Een derde van de werknemers geeft hun leidinggevende een slecht rapport. Ze zijn vooral ontevreden over «de controlerende aard» van hun manager en ook de vertrouwensband met hun leidinggevende voldoet niet aan hun verwachtingen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van HR-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met professor Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.
Werknemers die een goede en duurzame relatie hebben met hun leidinggevende, scoren hoog op motivatie (68 procent), geluk (71 procent), werkplezier (67 procent) en productiviteit (64 procent). Uit de bevraging blijkt ook dat de relatie tussen werknemers en hun leidinggevende erg broos is: bijna één op vijf werknemers (19 procent) geeft aan sinds de coronapandemie minder vertrouwen te hebben in zijn werkgever.
Meer anciënniteit, minder vertrouwen
Ook geeft slechts de helft van hen toe tevreden te zijn met hun manager en een leidinggevende te hebben die bekommerd is om hun welzijn (56 procent). Volgens professor Anja Van den Broeck is het opvallend dat de vertrouwensband met de werkgever verzwakt naargelang de anciënniteit van de werknemers. «Slechts 40 procent van de werknemers die meer dan 10 jaar in hetzelfde bedrijf werken, zegt een goede band te hebben met hun leidinggevende. Bij de starters is dat nog bijna de helft», aldus de arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.
Alleen of vooral inzetten op controle creëert volgens Van den Broeck geen betere werknemers. «Integendeel, werknemers die stap voor stap opgevolgd worden in wat ze doen en zich steeds moeten verantwoorden, raken gedemotiveerd. Toch zien we nog te veel micromanagers, zeker in de hybride werkcontext waarin we ons bevinden. Het loslaten van werknemers betekent echter niet dat de werkgever niet mag superviseren of zijn medewerkers volledig aan hun lot moet overlaten. Wel moet de leidinggevende zichzelf uitdagen om taakgerichtheid te combineren met een mensgerichte aanpak en voldoende ondersteuning.»