Hoe gaan jongeren om met negatieve content op sociale media?«Het kan gevaarlijk zijn om enkel pagina’s te volgen die je eigen mening versterken»
Donald Trump had het tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 ook al door: moreel-emotionele taal lokt reactie uit. Per moreel-emotioneel woord dat er aan zijn tweets werd toegevoegd, nam het retweetpercentage met 25% toe. Denk aan woorden zoals «brutal» en «guilty». Die tendens is ook voelbaar op andere platformen. Zo komen jongeren steeds vaker in contact met content die maatschappelijke problemen aankaart zoals het klimaat, abortus, discriminatie, oorlog en censuur. Zulke onderwerpen zijn vaak polariserend en wekken dus sterke emoties op. En net dat delen we graag.
De actiefste gebruikers op Facebook, Instagram en Twitter zijn jongeren tussen de 16 en 24 jaar. In vergelijking met oudere volwassenen nemen jongeren uit deze leeftijdsgroep vaker deel aan online burgeractiviteiten. Zo informeren ze zich meer over maatschappelijke kwesties, gaan ze interacties aan met de overheid en posten ze ook hun meningen op sociale media. Via die kanalen krijgen ondervertegenwoordigde groepen een klankbord om hun boodschap te verkondigen. Dat soort hashtagactivisme heeft voor grote bewegingen gezorgd zoals #MeToo en #BlackLivesMatter. Toch luidt de kritiek vaak dat dit activisme bij de meesten vooral beperkt blijft tot de digitale wereld, zoals het ondertekenen van een online petitie of het delen van een mening via morele content. Maar wat die morele content met jongeren doet was nog niet echt duidelijk.
Om daar meer zicht op te krijgen liet
Vooral negatieve emoties kwamen aan bod in de dagboeken, met woede als de grootste boosdoener. Om aan de stortvloed van negativiteit te ontsnappen gaven de geïnterviewde jongeren aan dat ze hun socialemediagebruik weleens beperken of bepaalde pagina’s ontvolgen. Joanna benadrukt dat dit niet altijd goed is: «Het kan gevaarlijk zijn om enkel pagina’s te volgen die je eigen mening versterken. Zo kom je in een sociale bubbel terecht, wat kan leiden tot het verlies van begrip voor andere meningen.» Er is in het onderwijs al aandacht voor de digitale geletterdheid van jongeren, maar dat blijft toch beperkt tot de praktische aspecten. Voor het emotionele effect van sociale media is er volgens Joanna op dit moment zeker te weinig aandacht. «Door jongeren bewust te leren reflecteren over wat hen kwaad maakt en waarom, kunnen die ‘negatieve’ emoties zich omvormen tot positieve acties.»
Morele content op sociale media heeft dus zeker niet enkel negatieve gevolgen. «Kwesties die anders geen zichtbaarheid krijgen worden dankzij deze content wel aangekaart», nuanceert Joanna. Het groepsgevoel dat ontstaat door het delen van morele content wakkert daarbij gevoelens van trots en empathie aan. Het veelvuldig bespreken van die onderwerpen gaat ook hand in hand met hoop voor verandering. Of we onze emoties dus allemaal moeten uitschakelen als we op sociale media zitten? «Zeker niet! Maar het is wel belangrijk om af en toe stil te staan bij hoe je je emoties op sociale media ervaart. Niet enkel voor jezelf, maar ook voor wat je met de emoties van anderen doet als je morele content deelt.»
Joanna Beeckmans (VUB) nam deel aan de
De Vlaamse Scriptieprijs gaat ieder jaar op zoek naar de beste scripties en brengt ze onder de aandacht van de pers. Op 20 december ontdekken we wie de Vlaamse Scriptieprijs 2022 wint. Ook benieuwd? Volg het wedstrijdverloop via onze website, de nieuwsbrief en onze sociale media.