ING verwacht dat huizenprijzen minder snel stijgen dan inflatie

De vastgoedprijzen in ons land gaan blijven stijgen, maar wel aan een trager tempo dan de inflatie. Dat verwacht de studiedienst van ING België. Voor dit jaar verwacht ING een stijging met 5 procent, voor volgend jaar een stijging met 1 procent.

door
Belga
Leestijd 3 min.

Volgens cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel op basis van de akten zijn de vastgoedprijzen in de eerste drie maanden van het jaar met 7,8 procent gestegen. Uit de Notarisbarometer, die zich baseert op compromissen, bleek vorige week dan weer dat de huizenprijzen in de eerste helft van het jaar met 6,3 procent zijn gestegen in vergelijking met het jaargemiddelde van 2021.

Afkoeling

Toch lijkt de activiteit op de vastgoedmarkt recent wat te zijn afgekoeld: terwijl die in januari nog 8,9 procent hoger lag dan vorig jaar, daalde het aantal transacties in juni met 21,7 procent, bleek uit de Notarisbarometer. Het aantal zoekopdrachten naar de drie grootste vastgoedzoekertjessite (Immoweb, Immovlan en Zimmo) lag in de eerste vijf maanden van het jaar ook gemiddeld 15 procent lager dan vorig jaar.

ING verwacht dat de prijzen in 2022 (+5 procent) en 2023 (+1 procent) nog gaan blijven stijgen, maar wel aan een trager tempo dan de inflatie waardoor de reële prijsgroei negatief zal worden. «Hoewel het aantal transacties lijkt af te koelen, blijft de vraag naar vastgoed groot. Het aantal huishoudens zal de komende jaren blijven groeien. Bovendien houdt het reële beschikbare inkomen goed stand dankzij een sterke werkgelegenheidsgroei en de automatische loonindexering, die de groei van de huizenprijzen zal ondersteunen», zegt econoom Wouter Thierie.

«Anderzijds zorgt de stijgende rente sinds begin dit jaar ervoor dat hypotheekleningen duurder worden. Bovendien zorgen de aanhoudende oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie voor onzekerheid, waardoor huizenkopers hun aankoopbeslissing mogelijks kunnen uitstellen.»

Groter en energiezuiniger

ING wijst er nog op dat de stijging van de huizenprijzen in de eerste maanden van het jaar mogelijk mee veroorzaakt werd door een wijziging in de kenmerken van de verkochte woningen. Zo blijkt uit een enquête van de bank dat de Belg steeds groter en energiezuiniger wil wonen, en 44 procent geeft aan dat een buitenruimte sinds de corinacrisis belangrijk is geworden. En energiezuinige woningen met een grote oppervlakte zijn nu eenmaal duurder. De Belgen geven dan ook aan de komende jaren fors te willen investeren in de energiezuinigheid van de eigen woning, mede omdat door de oorlog in Oekraïne de energie fors duurder is geworden. Bovendien dreigen minder energiezuinige woningen veel kwetsbaarder te worden voor een prijscorrectie.

Uit de ING Consumer Survey blijkt nog dat 28 procent en meer dan de helft van de huurders vinden dat hun woning niet energie-efficiënt is. Zo hebben 4 op de 5 huiseigenaars dubbele beglazing, terwijl dit maar bij iets meer dan de helft (55 procent) van de huurders het geval is. Daarnaast heeft 26 procent van de eigenaars zonnepanelen, tegenover 5 procent van de huurders. «Huurwoningen lopen dus achter op het vlak van energie-efficiëntie. En dit zal waarschijnlijk niet snel veranderen, aangezien logischerwijs weinig huurders overwegen om zonnepanelen te installeren op andermans eigendom, omdat de toegevoegde waarde van dit soort investeringen voornamelijk voor de verhuurder is», aldus Wouter Thierie.