Kolossale ‘drempel’ moet België beschermen tegen stormweer

Een enorme betonnen drempel voor stormvloedkering is vertrokken van Kallo, in de haven van Antwerpen, naar de havengeul in Nieuwpoort. Van daaruit zal het gevaarte ons land beschermen tegen zeer zware stormvloeden.

door
Belga
Leestijd 2 min.

De drempel is een belangrijk onderdeel van de stormvloedkering die het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust momenteel bouwt. De stormvloedkering zal Nieuwpoort, en bij uitbreiding het hele binnenland, behoeden voor nattigheid.

Bescherming tegen overstromingen

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) kwam kijken hoe de laatste hand werd gelegd aan de drempel van 23 meter breed, 42 meter lang en vijf meter hoog. Later zal in de betonnen drempel een stalen kering komen te liggen die kan worden opgetrokken bij noodweer.

«De bouw van de stormvloedkering is uniek voor ons land,» zegt minister Peeters. «Het vervoer van Antwerpen naar Nieuwpoort is een ware krachttoer. De stormvloedkering is noodzakelijk om het achterland te beschermen tegen overstromingen.»

Kusthavens zijn vandaag het meest bedreigd met overstromingsgevaar als er zware stormvloeden optreden. «Ook Nieuwpoort is nog niet voorbereid op de hoge waterstanden die met zwaar stormweer gepaard gaan», aldus de minister. «De Vlaamse overheid investeert daarom 58 miljoen euro in de bouw van een stormvloedkering op de monding van de IJzer.»

Kwetsbare kust

Het bouwwerk is een van de maatregelen uit het Masterplan Kustveiligheid dat onze volledige kust moet beschermen tegen zware stormvloeden tot 2050. Dat is hard nodig volgens Dirk Van Rompaey, directeur Civiele Werken Jan De Nul Group. «Onze Belgische kust is kwetsbaar voor een stijgende zeespiegel. De stormvloedkering moet onze 67 km kust beschermen.»

De drempel is een unieke en waterbouwkundige constructie waarbij alle knowhow en expertise van civiele en maritieme technieken samenkomen. Hij is opgebouwd op een ponton dat kan afzinken. Twee sleepboten slepen het ponton eerst door de Schelde en vervolgens over zee tot in de haven van Oostende, een traject dat zo’n twaalf uur duurt.

Bij aankomst in Oostende wordt de drempel vastgehaakt aan een kraan op een tweede ponton. De betonnen drempel weegt ruim 4.500 ton en zal daarom afgezonken worden zodat de drempel volledig onder water komt te zitten. De te heffen last is dan ‘maar’ 1.210 ton meer. Eenmaal aangekomen wordt hij tussen twee landhoofden neergelaten.