Ministerraad keurt Spoorvisie 2040 goed
De ministerraad heeft vrijdag het licht op groen gezet voor Spoorvisie 2040, het plan waarmee minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) het spoorwegbeleid voor de komende 20 jaar richting wil geven. Doel is meer mensen en bedrijven op de trein te krijgen, met elke 15 minuten een trein rond de grote steden.
Volgens minister Gilkinet gaat het om een primeur in de spoorweggeschiedenis. «Voor de allereerste keer hebben onze spoorbedrijven, maar ook alle belanghebbenden, nu een langetermijnvisie en een stappenplan, met als doel de klant een optimaal aanbod te bieden», zegt de groene vicepremier. «Dankzij deze visie kunnen alle overheids- en privé-actoren de beste beslissingen nemen om de toekomst voor te bereiden.»
Spoor als ruggengraat
Het is de ambitie om van het spoor de ruggengraat van onze mobiliteit te maken. Minister Gilkinet ziet in de trein ook een hefboom om de uitdagingen op het vlak van klimaatontregeling, de strijd tegen luchtverontreiniging en files aan te pakken, maar ook die rond verkeersveiligheid, de exploderende energieprijzen en energie-onafhankelijkheid.
De federale regering wil expliciet meer reizigers en goederen naar de trein te halen. Het marktaandeel van de trein (het aantal mensen dat kiest voor de trein en niet voor een ander vervoermiddel) is nu 8 procent voor het reizigersvervoer en dat moet stijgen naar 15 procent in 2040. Zo moet het marktaandeel van het goederenvervoer van 12 procent naar 20 procent tegen 2040.
Minister Gilkinet benadrukt dat de klant centraal staat in Spoorvisie 2040. De bedoeling is dat reizigers kunnen rekenen op vlotte en betrouwbare overstappen, met met een maximale keuze van treinbestemmingen, een trein om de 30 minuten op het hele spoornet en elke 15 minuten rond de grote steden, en een geïntegreerd uurrooster.
Concurrentiepositie verbeteren
Andere belangrijke punten zijn toegankelijke stations en treinen, een aantrekkelijk tarievenbeleid dat mensen overtuigt en betere reizigersinformatie. Voor internationaal treinverkeer wordt de concurrentiepositie met het luchtverkeer verbeterd door nacht- en HST-treinen en een treindienst die de Europese hoofdsteden verbindt, vanuit Brussel als natuurlijke spoorhub. Ook voor het goederenvervoer wordt meer rekening gehouden met noden van de bedrijven die het spoor gebruiken, met een vlottere dienstverlening, meer flexibiliteit, een verbeterd parkeer- en trieerbeleid, betere planning van de werken aan het spoor, enzovoort.
De trein is vandaag al een zeer duurzaam transportmiddel, maar de minister ziet nog marge voor verbetering. Het doel is om 100 procent groene energie te gebruiken en om nog veel meer aandacht te schenken aan milieu en biodiversiteit in het dagelijkse functioneren van de bedrijven. Zo moeten de spoorwegbedrijven een voorbeeldrol opnemen, bijvoorbeeld door meer recyclage en circulariteit, door duurzame overheidsopdrachten en door de productie van hernieuwbare energie.
Gilkinet wil ook dat de trein beter wordt aangesloten op andere gewestelijke vervoersoplossingen. Daarom zullen de dienstregelingen van de verschillende vormen van openbaar vervoer beter op elkaar worden afgestemd.