Nieuwe Europese wet moet verkoop chocolade en palmolie uit ontbost gebied aan banden leggen
Het Europees Parlement en de lidstaten van de Europese Unie hebben dinsdagnacht een akkoord gevonden over een reeks maatregelen die ervoor moeten zorgen dat producten die in Europa worden verkocht, niet bijdragen aan ontbossing of bosdegradatie. Importeurs van bijvoorbeeld palmolie, soja, timmerhout en rubber zullen aan hun producten een verklaring moeten hechten die zegt dat die ecovriendelijk geoogst of geproduceerd werden. Bedrijven die niet aan de verplichting voldoen, riskeren een boete.
De nieuwe verordening zal van toepassing zijn op producten en grondstoffen als runderen, cacao, koffie, palmolie, soja en hout, en afgeleide producten als leder, chocolade en meubels. De lidstaten waren heel wat minder ambitieus dan het parlement, waardoor de parlementsleden tevreden zijn dat ze er tijdens de onderhandelingen in geslaagd zijn alsnog rubber, houtskool, bedrukt papier en bepaalde palmoliederivaten aan het lijstje toe te voegen.
Mensenrechten
Voor al die producten zal een zorgvuldigheidsplicht gelden, wat betekent dat bedrijven die ze invoeren er een gedetailleerde verklaring zullen moeten aanhechten die duidelijk maakt dat voor hun productie geen bos gekapt werd - zowel in de Europese Unie als daarbuiten. De importeurs zullen ook moeten nagaan of bij de productieprocessen de plaatselijke wetgeving inzake de bescherming van mensenrechten en de rechten van de inheemse bevolking werden beschermd.
Geen invoerverbod
Voor geen enkel product of land van oorsprong zal een regelrecht invoerverbod gelden, maar de betrokken bedrijven zullen wel worden gecontroleerd op de naleving van hun wettelijke verplichtingen. Alle oorsprongslanden zullen ingedeeld worden op basis van een risicobeoordeling, waarbij wie invoert vanuit een land dat aan het hoogste risico beantwoordt zich aan de meeste productcontroles mag verwachten. Bedrijven hun verplichtingen niet of te weinig nakomen, riskeren een boete die kan oplopen tot 4 procent van de jaarlijkse globale omzet.
Het politieke akkoord moet nu nog formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de lidstaten. Eens de verordening in het officieel Publicatieblad verschijnt, zullen de betrokken bedrijven 18 maanden de tijd hebben om zich in regel te stellen. De Europese Commissie zal intussen evalueren of er nog extra producten aan het lijstje moeten worden toegevoegd, of als nog andere ecosystemen dan bossen binnen het toepassingsgebied moeten vallen.
Te weinig voor Greenpeace
De Tsjechische minister van Leefmilieu Marian Jurecka, die namens de lidstaten de onderhandelingen leidde, zegt dat de nieuwe regels zo opgezet zijn dat consumenten de zekerheid zullen hebben dat ze met hun koopgedrag niet bijdragen tot ontbossing of bosdegradatie. De hoofdonderhandelaar van het parlement, de Luxemburger Christophe Hansen (EVP), benadrukt dan weer dat de Europese Unie een sterk en ambitieus signaal uitstuurt aan de vooravond van de biodiversiteitstop COP15 in Montreal.
Milieuorganisatie Greenpeace is minder overtuigd en vindt dat de verordening niet ver genoeg gaat. «Door deze wet zullen sommige kettingzagen stilvallen en zullen bedrijven niet langer profiteren van ontbossing», zegt bossenexpert Philippe Verbelen. «Maar de regeringen van de EU moeten zich schamen dat ze mazen in de wet creëren om de houtindustrie op een slinkse manier te beschermen. Dat gaat ten koste van de rechten van inheemse volkeren, die met hun bloed betalen om de natuur te verdedigen.»
Greenpeace vindt dat de definitie van ’aantasting van bossen’ veel te los is, waardoor «de voortzetting van de niet-duurzame kap van natuurlijke bossen mogelijk wordt gemaakt». Dat ecosystemen als savannes en wetlands voorlopig niet onder de scope vallen, is eveneens ontgoochelend, vindt de organisatie. Ze laakt ook dat banken uit het toepassingsgebied gebleven zijn.