Slechts weinig mensen zijn écht bereid om hun levensstijl te veranderen voor een beter klimaat, wijst studie uit
Wereldbewoners zijn gealarmeerd door de klimaatcrisis, maar de meeste mensen vinden van zichzelf dat ze nu al meer inspanningen leveren om het klimaat te redden dan anderen. Slechts een minderheid geeft aan bereid te zijn om hun levensstijl ingrijpend te veranderen ter bevordering van het klimaat, zo wijst een internationale klimaatstudie uit.
Het onderzoek, dat eind september werd uitgevoerd in tien landen waaronder de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, stelde vast dat 62 procent van de meer dan duizend respondenten de klimaatcrisis als de grootste milieu-uitdaging van deze tijd ziet, meer nog dan luchtvervuiling (39 procent), de afvalberg (38 procent) en nieuwe ziektes (36 procent).
De meeste mensen zijn zich dus bewust van het klimaatprobleem, maar als de individuele acties om het probleem te tackelen daar tegenover gesteld worden, is de teneur ontnuchterend: in het algemeen beschouwt de meerderheid zich als ‘meer geëngageerd’ dan andere instanties, actoren of mensen in hun lokale gemeenschap. Ongeveer 36 procent vindt van zichzelf dat ze veel inspanningen leveren om de planeet te redden, terwijl slechts 21 procent vindt dat hetzelfde gezegd kan worden over de media en 19 procent over de lokale overheid. Amper 17 procent vindt dat hun nationale overheid voldoende geëngageerd is om de klimaatcrisis aan te pakken, 13 procent van de respondenten vindt dat hetzelfde waar is over de grote bedrijven.
Wel strengere klimaatregels, geen verandering in levensstijl
De respondenten bliezen warm en koud wat individuele klimaatinspanningen betreft: de meerderheid (76 procent) gaf aan strengere milieuregels en -wetgeving te aanvaarden, terwijl bijna de helft (46 procent) te kennen gaf hun persoonlijke levensstijl niet te zullen veranderen ter bevordering van het klimaat. De meest genoemde redenen om die lage bereidheid te verantwoorden? «Ik ben trots op de inspanningen die ik nu lever» (74 procent), «Er is geen wetenschappelijke consensus over de beste oplossingen» (72 procent) en «De overheid moet meer middelen en tools aanreiken» (69 procent). Het op drie na vaakst genoemde excuus: «Ik kan het mij niet veroorloven om zulke inspanningen te leveren» (60 procent).
Mensen uit Polen en Singapore (56 procent) zijn het meest bereid om klimaatinspanningen te leveren, terwijl die bereidwilligheid het laagst ligt bij Duitsers (44 procent) en Nederlanders (37 procent).