Steeds minder jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en niet werken in Vlaanderen
Het aandeel jongeren in Vlaanderen die niet aan de slag zijn en ook geen onderwijs, opleiding of training volgen, blijft afnemen in Vlaanderen. Dat blijkt uit cijfers van het Steunpunt Werk en het departement Werk & Sociale Economie die Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v) bekendmaakte.
Volgens het Trendrapport 2022, dat focust op de positie van kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2021, was het aantal ’NEET-jongeren’ (Not in Education, Employment, or Training) de voorbije 14 jaar, sinds de start van de metingen, nog nooit zo laag. De groep vertegenwoordigt nu 6 procent van de 15- tot 24-jarigen. Opmerkelijk, aldus Brouns, gezien de negatieve impact van de coronacrisis. Het gaat om ongeveer 43.000 jongeren tussen de 15 en 24 jaar.
Een groter aandeel jongeren heeft zo zijn plek gevonden op de arbeidsmarkt, aldus Brouns. Samen met de daling is er onder meer sprake van een toegenomen aandeel jongeren dat onderwijs volgt of deelneemt aan een opleiding: van 66,1 procent in 2013 naar 76,3 procent in 2021.
Meer bevoegdheid voor VDAB
«Jongeren waren een groep die hard werd getroffen tijdens de coronacrisis. In 2021 was het aandeel jongeren dat niet aan de slag is en geen opleiding volgt nog nooit zo laag. Het stemt mij tevreden dat jongeren vandaag hun kansen grijpen op een krappe arbeidsmarkt. We leveren hier ook extra inspanning voor. Zo beslisten we met de Vlaamse regering op mijn initiatief recent nog om VDAB meer bevoegdheid te geven om deze jongeren te detecteren, te bereiken en gepast te begeleiden. Er worden ook datakoppelingen opgezet met partners als OCMW’s of het onderwijs om sneller op de bal te kunnen spelen», besluit Brouns in het perbericht.
Voorts bleek onder meer dat voor het eerst meer dan de helft van de personen met een arbeidshandicap actief is op de arbeidsmarkt.