Tweehonderdtal landen beloven in verklaring om verlies aan biodiversiteit terug te draaien
De internationale gemeenschap heeft een principeakkoord bereikt om de strijd tegen het grootschalige en bedreigende uitsterven van dieren- en plantensoorten op te voeren. De bijna tweehonderd landen die deelnamen aan de biodiversiteitsconferentie van de Verenigde Naties in China ondertekenden daarvoor woensdag de Kunming-verklaring, naar de stad waar de conferentie georganiseerd is.
De gesprekken, die ook online plaatsvinden, hebben als doel om een nieuwe globale structuur in het leven te roepen voor de bescherming van de biodiversiteit. Dat gebeurt naar analogie met het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, om de klimaatverandering aan te pakken.
Existentieel risico
De verklaring stelt dat veel landen oproepen om 30 procent land en zee tegen 2030 te beschermen. Ook stelt ze dat er «grote bezorgdheid» heerst over het verlies aan biodiversiteit, bodemdegradatie en verwoestijning, en schade aan het zeeleven en zeevervuiling. Dat alles is «een existentieel risico voor onze samenleving, cultuur, welvaart en planeet».
De bijeenkomst van deze week, onder de noemer van «COP-15», kent een vervolg in januari in Zwitserland, met meer concrete onderhandelingen. Een finale strategie moet goedgekeurd worden op een bijeenkomst in Kunming, waar wereldleiders fysiek aanwezig zouden zijn, van 25 april tot 8 mei.