Vlaanderen telt 6,5% minder geboorten dan tien jaar geleden
De voorbije tien jaar is het aantal geboorten in Vlaanderen met zo’n 6,5% gedaald. Dat blijkt uit een rapport over geboorten en bevallingen in Vlaanderen dat het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) woensdag heeft gepubliceerd.
Vorig jaar werden in Vlaanderen 64.282 kinderen geboren, in 2012 waren dat er nog 68.757. De COVID-19-pandemie lijkt geen grote invloed te hebben gehad op de perinatale gezondheid en praktijk. Tijdens de eerste maanden van de pandemie stelt het SPE wel een afname vast in aantal vroeggeboorten (na minder dan 37 weken zwangerschap) en laatgeboorten (langer dan 40 weken), gevolgd door een beperkte verhoging vanaf januari 2021.
Overgewicht
Een trend die zich voortzet, is de toename van het aantal moeders met overgewicht en obesitas. Bij het begin van de zwangerschap hebben vier op de tien van de Vlaamse vrouwen een ongezonde BMI van boven de 25: een kwart heeft overgewicht en bijna 15% heeft obesitas. Tien jaar geleden lag het percentage van het aantal moeders met overgewicht zo’n 7% lager.
Het SPE noemt dit een verontrustende evolutie. «Bij een te hoge BMI tijdens de zwangerschap is er beduidend meer risico op het ontwikkelen van diabetes, hypertensie en het krijgen van een keizersnede. Ook lopen de kinderen van vrouwen die lijden aan obesitas beduidend meer kans om later zelf gewichtsproblemen te hebben», klinkt het. Er bevallen nu meer vrouwen met keizersnede dan tien jaar geleden, mede door de hogere leeftijd waarop vrouwen bevallen en een te hoge BMI.
Vaginale knip daalt
Het SPE stelt wel vast dat minder episiotomiëen (een vaginale knip) nodig zijn. In 2021 kreeg 34,9% van de vrouwen bij een vaginale bevalling een episiotomie. In Vlaanderen ligt dat aantal wel 2,4 keer zo hoog als in het Brussels Gewest en 1,7 keer zo hoog als in Wallonië.