Voor het eerst meer dan 10 procent elektriciteit via zonne- en windenergie opgewekt
De zonne- en windenergiefaciliteiten hebben vorig jaar voor het eerst tezamen meer dan 10 procent van de wereldwijde energie opgewekt. Dat blijkt uit een rapport van denktank Ember.
Vijftig landen, waaronder België, hebben nu de grens van 10 procent overschreden, blijkt uit het derde globale energierapport van Ember dat data verzamelt over 75 landen die 93 procent van de wereldwijde energievraag vertegenwoordigen. Verschillende landen zoals China en Japan zitten voor het eerst boven de 10 procent.
Snelle transformatie
Nederland, Australië en Vietnam kenden de snelste transformatie met een toename van hun aandeel zonne- en windenergie met 10 procentpunten in de afgelopen twee jaar. Tien landen halen meer dan een kwart van hun energie uit de twee bronnen, waaronder Denemarken (52 procent), Luxemburg (43 procent) en Uruguay (47 procent).
In 2021 kwam wereldwijd in totaal 38 procent van de energie uit koolstofarme bronnen, waaronder nucleaire energie. De belangrijkste bron van hernieuwbare energie blijf waterkracht.
Kolen blijven populair
Bijna even hoog was echter het aandeel van kolen (36 procent). Ember benadrukt dat deze vorm van energieopwekking, die de meest schadelijke is voor het moment, een heropleving heeft gekend door de grote vraag naar elektriciteit wanneer de coronamaatregelen werden versoepeld.
De productie via kolencentrales kende zelfs de grootste stijging op een jaar tijd (+9 procent) sinds minstens 1985, met een recordproductie van 10.042 TWh. Als we daarbij de stijging met 1 procent van energie opgewekt door gascentrales toevoegen, is de CO2-uitstoot gelinkt aan de elektriciteitssector naar een recordhoogte gestegen. Hij lag nog 3 procent hoger dan in recordjaar 2018.