«Voorlopig geen afschaffing van zomer- en wintertijd»
Er komt de «komende jaren» geen afschaffing van de winter- en zomertijd. Dat heeft de Europese Commissie geantwoord op een vraag van Europarlementslid Hilde Vautmans (Open Vld). «Blijkbaar is er geen enkele lidstaat die de voorkeur voor winter- of zomertijd officieel heeft doorgegeven», zei Vautmans vrijdag in De Ochtend op Radio 1.
De EU deed in 2018 het voorstel om het verschil tussen het zomer- en winteruur af te schaffen, en normaal gezien was het de bedoeling om in 2021 voor een laatste keer te schakelen. Het plan was om eerst de zomertijd af te schaffen, maar de meningen waren verdeeld en uiteindelijk werd beslist om elke lidstaat zelf te laten kiezen welke klok die wilde afschaffen.
Afschaffen
«Blijkbaar is er geen enkele lidstaat die de voorkeur voor winter- of zomertijd officieel heeft doorgegeven», zegt Vautmans. «Natuurlijk, de lidstaten en de EU hadden andere prioriteiten zoals de coronacrisis, de vaccinatiecampagnes en het economisch herstel.»
«Ook voor mij is dit niet prioriteit nummer 1 (...) Maar laat ons er komaf mee maken, en bij voorkeur moet het één tijdszone worden voor alle lidstaten», gaat Vautmans verder. Volgens haar is dat belangrijk voor de economie. «We zitten met een interne markt. Tijd is belangrijk voor de luchtvaart en het transport (...) Als buurlanden telkens opnieuw een andere tijdszone hebben, hoe ga je dan handel drijven? Dat is helemaal absurd.»