Wereldwijd lijden bijna 350 miljoen mensen acute honger, zegt Wereldvoedselprogramma
De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben de honger in de wereld drastisch doen toenemen. Uit cijfers van het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP) blijkt dat goed 345 miljoen mensen uit 82 landen «acuut honger» lijden. Twee jaar geleden, voor de start van de pandemie en de oorlog in Oekraïne, waren dat er 200 miljoen minder. «We staan voor de ergste humanitaire crisis sinds de Tweede Wereldoorlog», aldus Martin Frick van het WFP.
«Er bestaat een zeer reëel gevaar dat het wereldwijde tekort aan voedsel binnenkort de capaciteit van het WFP - en van welke andere organisatie ook - te boven zullen gaan», luidt de VN-organisatie de alarmklok. De humanitaire organisatie wijst vooral naar de Russische invasie, de blokkade, door Rusland, van de Oekraïense havens, en de enorme prijsstijging voor graan op de wereldmarkt die dat met zich meebrengt. Veel arme landen, bijvoorbeeld in Afrika, zullen hierdoor niet zoals gepland van voedsel, zoals tarwe, voorzien kunnen worden.
Rantsoenen inperken
Verder wijst het WFP ook, naar aanleiding van Wereldvluchtelingendag maandag 20 juni, op de zware gevolgen voor vluchtelingen van deze voedselcrisis. Vanwege de oplopende noden en de te lage financiering ziet de organisatie zich al verplicht om de rantsoenen in te perken. Zo zijn de rantsoenen van ruim drie kwart van de vluchtelingen die WFP in Oost-Afrika steunt met de helft ingeperkt. In West-Afrika, waar de honger de hoogste niveaus van de voorbije tien jaar bereikt, en zuidelijk Afrika, speelt zich een gelijkaardig scenario af.
WFP-topman David Beasley wijst erop dat zijn organisatie daardoor «hartbrekende keuzes» moet maken. «Zonder dringende nieuwe fondsen om vluchtelingen te steunen, zullen velen die uithongering riskeren met hun leven moeten betalen», klinkt het.