Wereldwijde wapenverkoop verder gestegen

Ondanks problemen met de toeleveringsketens als gevolg van de coronapandemie is de wereldwijde wapenverkoop vorig jaar verder gestegen. In 2021 verkochten de honderd grootste wapenbedrijven ter wereld namelijk voor 592 miljard dollar (zo’n 562 miljard euro) aan zware wapens en militaire diensten, zo staat te lezen in een gepubliceerd rapport van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI).

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het gaat om een stijging met 1,9% in vergelijking met het jaar voordien. Deze groei werd echter sterk beïnvloed door wijdverbreide problemen in de toeleveringsketen. «De blijvende impact van de pandemie begint echt zichtbaar te worden bij wapenbedrijven», verklaarde Nan Tian, onderzoeker bij SIPRI en co-auteur van het rapport. Problemen op het gebied van personeelstekorten en grondstoffenvoorziening hebben «het vermogen van bedrijven vertraagd om wapensystemen te produceren en op tijd te leveren», klinkt het. Dat resulteert in een wellicht tragere groei dan wat velen hadden verwacht, schrijven de onderzoekers.

Oorlog in Oekraïne

De leveringsproblemen zullen naar verwachting bovendien nog verergeren door de oorlog in Oekraïne, onder andere aangezien «Rusland een belangrijke leverancier is van grondstoffen voor de wapenproductie», aldus de auteurs van het rapport. Daarnaast heeft het conflict ook geleid tot een toename van de vraag. Wat de omvang is van die toenemende vraag, valt momenteel echter moeilijk in te schatten. Een en ander hangt volgens Nan Tian zowel af van de nood van landen die Oekraïne aan wapens hebben geholpen om hun eigen voorraden weer aan te vullen als van het verslechterende veiligheidsklimaat.

Volgens de gegevens van SIPRI blijft veruit het meeste defensiematerieel tot slot afkomstig van Amerikaanse bedrijven. De veertig Amerikaanse bedrijven in het lijstje zijn samen goed voor 51% van alle wapenverkopen van de top 100 bedrijven. China volgt op de tweede plaats, met een aandeel dat sterk is gestegen tot 18%. Daarna komen Groot-Brittannië (6,8%) en Frankrijk (4,9%).