WHAT ABOUT... de kernuitstap? In memoriam voor Tihange 2
De kernreactor in het Luikse Hoei, aan de oevers van de Maas, werd in 1983 in gebruik genomen. De centrale met een capaciteit van 1.008 megawatt – uitgebaat door Engie Electrabel – produceerde in al die jaren genoeg elektriciteit om België drie jaar lang van stroom te voorzien.
In al die jaren lag de centrale ook lange periodes stil. Er werden in 2012 scheurtjes ontdekt in de stalen wanden van de reactorkuipen van Doel 3 en Tihange 2. Het leverde beide centrales de bijnaam ‘scheurtjescentrales’ op. In realiteit gaat het om waterstofvlokken in het staal. In 2013 mocht Tihange 2 heropstarten, om enkele maanden later uit voorzorg weer te worden losgekoppeld. Pas in 2015 volgde de definitieve heropstart, na uitgebreid onderzoek en groen licht van de nucleaire waakhond FANC.
Ook in augustus 2018 volgde een onverwachte grote stop, nadat betondegradatie werd vastgesteld in het bunkerbouw. De reactor lag bijna een jaar stil.
Op dinsdag 31 januari om 23:59 werd Tihange 2 definitief met pensioen gestuurd na een carrière van veertig jaar, conform de wet op de kernuitstap. De centrale produceert dus niet langer elektriciteit. Daarmee is hij de tweede reactor in ons land die definitief van het net wordt gekoppeld. In september vorig jaar ging de stekker al voor eeuwig uit Doel 3. Sinds 1 februari moeten we het dus stellen met nog vijf resterende kernreactoren. Die centrales sluiten normaal in 2025, maar voor Doel 4 en Tihange 3 is een verlenging van tien jaar voorzien, na een akkoord tussen de regering en uitbater Engie Electrabel.
De kernuitstap: een stralende geschiedenis
Op 31 januari 2003 keurde het parlement een voorstel van de paars-groene regering Verhofstadt I goed dat stelde dat de drie oudste kerncentrales in 2015 zouden worden gesloten, Doel 3 in 2022, Tihange 2 in 2023 en Doel 4 en Tihange 3 in 2025. In oktober 2009 sloot de regering-Van Rompuy evenwel een protocolakkoord met GDF Suez (het moederbedrijf van uitbater Electrabel) dat stelde dat de levensduur van Doel 1, Doel 2 en Tihange 1 met tien jaar wordt verlengd in ruil voor een nucleaire rente.
Al die jaren klonk de kritiek dat de uitstap voor bevoorradingsproblemen zou zorgen omdat er niet voldoende alternatieve energiebronnen voorhanden zijn. In 2020 herbevestigde de toen kersverse regering-De Croo uitdrukkelijk de kernuitstap in 2025. Er werd ook een continue monitoring van de productiecapaciteit aangekondigd.
Begin januari tot slot bereikte het kernkabinet na slepende onderhandelingen een akkoord met uitbater Engie over de verlenging van de levensduur van de jongste twee kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar, tot 2035. De princiepsbeslissing daarover viel al in maart 2022, als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.
Duur en lang afscheid
Aan de ontmanteling van Tihange 2 hangt net als eerder voor Doel 3 een prijskaartje van ongeveer een miljard euro. Dat geld komt van de nucleaire provisies. In totaal is 6,3 miljard euro voorzien voor de ontmanteling van de zeven reactoren.
Nadat bij wijze van spreken de stekker uit Tihange 2 wordt getrokken, worden alle kabels van de reactor losgemaakt, de bouten van het reactordeksel losgeschroefd en wordt de reactor opengemaakt. Daarmee begint de stopzettingsfase, die vijf jaar duurt. De splijtstofelementen – de brandstof – worden uit de reactor getild en gaan in koeldokken, waar ze 3 tot 5 jaar onder water moeten afkoelen. Daarna gaat de splijtstof naar speciale containers in afwachting van een definitieve ondergrondse berging.
De stopzettingsfase kan dus nog tot 2027 duren. Daarna begint de definitieve ontmanteling van de reactor en decontaminatie van de rest van de gebouwen. Daarbij worden onder meer de inwendige delen van de reactor versneden. Een proces dat makkelijk nog eens 10 à 12 jaar in beslag zal nemen. De conventionele afbraak is voor 2037 gepland.
Voor de zowat honderd mensen die werken bij Tihange 2 wordt na de sluiting een andere functie voorzien. Sommigen blijven aan de slag voor de ontmanteling, anderen kunnen aan het werk bij Tihange 1 en 3.