WHO verlaagt alarmdrempels voor luchtvervuiling
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de aanbevolen grenswaarden voor zes verontreinigende stoffen in de lucht verlaagd. De richtwaarden van de WHO zijn een pak strenger dan die van de EU. Volgens de organisatie hebben studies aangetoond dat slechte lucht veel schadelijker is voor de mens dan lange tijd werd aangenomen. Het gaat onder meer om fijnstof en stikstofdioxide (NO2).
Volgens schattingen van de WHO sterven wereldwijd jaarlijks zeven miljoen mensen voortijdig als gevolg van luchtverontreiniging. Als landen zich aan de nieuwe grenswaarden houden, kunnen miljoenen mensenlevens gered worden. Luchtvervuiling veroorzaakt hart- en vaatziekten en aandoeningen aan de luchtwegen. Samen met de klimaatverandering is het een van de belangrijkste bedreigingen voor de gezondheid, klinkt het. De richtlijnen hebben betrekking op fijnstof, ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide en koolmonoxide.
Grenswaarden fijnstof overschreden
Luchtverontreiniging treft alle landen, maar de arme landen zijn het grootste slachtoffer, zegt WHO-directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus. In 2019 woonde meer dan 90 procent van de wereldbevolking in gebieden waar de concentraties van fijnstof de grenswaarden overschreden die de WHO zo’n 15 jaar geleden had vastgesteld. Bijna 80 procent van de sterfgevallen die hiermee verband houden, zou echter kunnen worden vermeden als de verontreiniging zou worden teruggebracht tot de drempelwaarden van de nieuwe richtlijnen, klinkt het nog.