Wie Janssen-vaccin kreeg heeft baat bij andere booster
Amerikanen die oorspronkelijk een Janssen-vaccin kregen, hebben een veel sterkere afweerreactie op COVID-19 na een zogenoemde boosterprik met een mRNA-vaccin van Moderna of Pfizer/BioNTech dan na een booster met Janssen. Dat is een van de voorlopige conclusies van een onderzoek dat de Amerikaanse National Institutes of Health (NIH) woensdag publiceerden. Het onderzoek is nog niet door andere wetenschappers beoordeeld of in een medisch tijdschrift verschenen.
De onderzoekers gaven negen groepen van vijftig mensen elk een boosterprik. Drie groepen kregen een booster met hetzelfde vaccin dat ze oorspronkelijk kregen, de overige zes groepen met een ander vaccin. Alle 450 deelnemers hadden twee weken na de boosterprik een sterkere afweerreactie, maar dat effect was het grootst bij mensen die oorspronkelijk Janssen en daarna Moderna of Pfizer kregen. De boosterprikken gaven bovendien geen nieuwe of extra bijwerkingen.
Afweerreactie
De Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA gaf in september groen licht voor een derde prik met het Pfizer-vaccin voor kwetsbare personen, zoals ouderen of mensen met een afgezwakt immuunsysteem. De FDA beoordeelt nu of Amerikanen die oorspronkelijk het Janssen- of Moderna-vaccin ontvingen een boosterprik moeten krijgen. Woensdag liet de FDA al weten dat uit beperkte data die Johnson & Johnson (Janssen) voorlegde een tweede prik met dat vaccin mogelijk de afweerreactie tegen COVID-19 verhoogt.