ZOVEEL kostte de vaccinatiecampagne per Vlaming

De werkelijke kostprijs van de vaccinatiecampagne tegen COVID-19 in Vlaanderen bedroeg 44,63 euro per persoon. Bij de start van de campagne was nog uitgegaan van een kostprijs van 61,85 euro. Dat melden Vlaams ministers van Financiën en Begroting Matthias Diependaele (N-VA) en van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) maandag.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

De cijfers hebben voor alle duidelijkheid betrekking op de basiscampagne, en houden dus geen rekening met de boosterprik. Voor de campagne werkten Vlaanderen en de federale overheid een samenwerkingsprotocol uit, waarin de kostprijs voor de basisvaccinatie geraamd werd op 91,67 euro. In die prijs zitten de kosten van de vaccins zelf, de vaccinatiecentra, maar ook de communicatiecampagne.

«Trots»

De Vlaamse kost in deze raming bedroeg 61,85 euro per basisvaccinatie. Maar door de hogere vaccinatiegraad in Vlaanderen, kon de Vlaamse overheid haar vaste kosten over meer Vlamingen verspreiden, waardoor de werkelijke kostprijs 44,63 euro bedraagt, stellen Diependaele en Beke. «We hebben met Vlaanderen in de vaccinatiecentra niet enkel minder kosten gemaakt dan voorzien, we hebben vooral een hogere vaccinatiegraad gehaald dan initieel gedacht. In de berekeningen zijn we uitgegaan van 4,5 miljoen Vlamingen, terwijl ondertussen al 4,8 miljoen Vlamingen een prik kregen.»

De totale kost van de prik, over alle overheden gespreid, bedraagt zo 74,45 euro in plaats van 91,67 euro. De hele basiscampagne kostte Vlaanderen 214 miljoen euro. Bij de initiële, theoretische raming, werd uitgegaan van een kostenplaatje van 290 miljoen euro. «Vooral de kostenpost van het medisch personeel is lager uitgevallen dan verwacht, doordat er relatief gezien veel meer vrijwilligers zijn komen helpen dan initieel gedacht. Daar mogen we als Vlamingen heel trots op zijn», zegt Diependaele. «We hebben gekozen voor een vaccinatiecampagne dicht bij de mensen en met een aanklampend uitnodigingssysteem, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen», besluit Beke. «Onze vrijwilligers waren bovendien onze beste ambassadeurs. We mogen daar oprecht fier op zijn.»