In Polen stierf 249 ton vis in Oder, wetenschappers denken de oorzaak gevonden te hebben
Giftige algen waren «hoogstwaarschijnlijk» de oorzaak van de massale vissterfte in de Duits-Poolse grensrivier de Oder. Dat concluderen Poolse onderzoekers in een voorlopig rapport.
«De oorzaak van de vissterfte was hoogstwaarschijnlijk het giftige effect van een algenbloei», aldus waterbioloog Agnieszka Kolada van het Poolse instituut voor milieubescherming. Het gaat meer bepaald om de algensoort Prymnesium parvum. Die scheidt een stof af die voor vissen dodelijk kan zijn.
De algenbloei werd gefaciliteerd doordat er twee maanden amper regen viel waardoor het waterniveau zakte. Daardoor nam de zoutconcentratie in de rivier toe. Het warme weer zorgde er bovendien voor dat het water temperaturen tot 27 graden Celsius kon bereiken.
Milieuramp
Het Poolse Milieuministerie had een groep van 49 wetenschappers de opdracht gegeven de oorzaak van de milieuramp te achterhalen.
In juli en augustus werd er zowel in Duitsland als in Polen massale vissterfte vastgesteld in de Oder. In Polen alleen al ging het om 249 ton dode vis.