De kracht van de camera in ‘And the King Said, What a Fantastic Machine’: «De camera is zo machtig dat de toekomst van de democratie ervan afhangt»

Iedereen weet dat we in een cultuur van foto’s en video’s leven. Maar hoe goed kunnen we al die beelden interpreteren? Kennen we altijd het hele verhaal? De Zweedse documentaire ‘And the King Said, What a Fantastic Machine’ gaat op zoek naar het fenomeen achter de camera, en de impact die de technologie vandaag meer dan ooit op ons heeft. Metro sprak met de regisseurs op het filmfestival van Berlijn.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Hoe is dit project ontstaan?

Axel Danielson: «We zijn al meer dan tien jaar materiaal aan het verzamelen, vaak filmpjes die we online vonden en die ons aanspraken. Vijf jaar geleden bedachten we dat er een film in zat over de rol van camera’s in onze maatschappij. Vaak gaat het over hoe we ons gedragen als er een camera in de buurt is, maar over de vraag wat er zich afspeelt achter de camera, wat de bedoelingen zijn van de persoon die de beelden maakt.»

Onderschatten we het belang van camera’s?

Danielson: «Dat denk ik wel. Het instrument is zo machtig dat de toekomst van de democratie ervan afhangt. Daarom vinden wij het onverantwoord om alles over te laten aan een paar grote techbedrijven en de algoritmes die zij ontwerpen. Wij moeten als burgers zelf het heft in handen nemen en beslissen hoe we ermee willen omgaan. Vergelijk het met voedsel. 40 jaar geleden vermeldde geen enkele verpakking wat er precies inzat. Vandaag staan alle ingrediënten, bewaarmiddelen en kleurmiddelen netjes te lezen. We vinden het normaal dat we perfect moeten weten wat we precies eten en drinken omdat het een impact heeft op onze gezondheid. Maar wat beelden betreft, is dat nog totaal niet het geval.»

Wat zou er moeten gebeuren?

Maximilien Van Aertryck: «We hebben nood aan een soort alledaagse taal waarmee we het over beelden kunnen hebben. Als je nu iemand vraagt waarom een beeld een bepaald effect heeft, gaat het bijna altijd over emoties. Terwijl het net een nuchter inzicht zou moeten zijn, over dingen zoals perspectief, kadrering, ritme, de economische aspecten. Daarmee kun je leren nadenken en praten over je beeldconsumptie. Dan pas kun je beelden naar waarde schatten. Uiteindelijk gaat het over kritisch denken.»

Opleiding dus. Gebeurt er iets op dat vlak?

Danielson: «Het is iets waar UNESCO zich zou moeten bezighouden. Als filmmakers vinden we de bioscoop een ideale ruimte om die kwestie aan te pakken. Daar kunnen we beelden samenbrengen en er met andere mensen over praten.»

Van Aertryck: «Maar er zit veel te weinig schot in de zaak. Op school zou audiovisuele opvoeding een verplicht vak moet zijn. Kritische analyse van beelden, zodat jonge mensen ook op dat vlak geletterd worden. Het probleem is dat niemand lijkt te weten hoe je daar het best aan begint, omdat de leraars die opleiding zelf nooit hebben gekregen. Alle instituten moeten er samen werk van maken.»

Was het moeilijk om de juiste keuze te maken uit de fragmenten?

Van Aertryck: «We hadden het vaak over beelden die we te vaak zien in onze maatschappij en beelden die te vaak ontbreken. Voor deze film hebben we vooral gezocht naar de tweede categorie. Neem het fragment van de jonge IS-strijders. Normaal gezien krijg je daar 5 seconden van te zien om eens goed te lachen. Wij tonen het in zijn geheel, waardoor je er meer over nadenkt. Hetzelfde voor Leni Riefenstahl [de Duitse regisseur die met Hitler werkte, nvdr.], die haar eigen nazi-propaganda bekijkt en er echt van overtuigd is dat je beelden kunt maken waar geen gevolgen aan vasthangen.»

Waarom hebben jullie het in de film niet over deepfakes?

Van Aertryck: «Omdat we ons volledig wilden focussen op het fotografische beeld. Maar het is natuurlijk wel een belangrijk onderwerp, en daar is dringend nood aan regelgeving. Er moet een verplicht officieel label komen dat stelt of een beeld echt is of niet. Anders zal het lastig worden om je eigen ogen nog te geloven.»

‘And the King Said, What a Fantastic Machine’ speelt nu in de zalen.

Review And the King Said, What a Fantastic Machine: 4/5

200 jaar geleden werd de allereerste foto gemaakt. Vandaag posten we er met zijn allen 300 miljoen per dag. De documentaire ‘And the King Said…’ dartelt aan de hand van foto’s en video-fragmenten door de evolutie die de camera heeft doorgemaakt. Hij is daarbij vooral geïnteresseerd in onze reactie op de technologie, hoe we ons gedragen als er een camera in de buurt is, wat de troeven zijn maar ook welke gevaren om de hoek loeren. De clips die de regisseurs bij elkaar geraapt hebben, zijn soms onthutsend (de concentratiekampen) en soms bitter (de aanval op het Capitool). Maar meestal houden ze de toon licht en illustreren ze hun opmerkingen met geestige of prikkelende filmpjes. Een chimpansee die geboeid is door de beelden op een smartphone bijvoorbeeld, of het fenomeen van reactievideo’s op YouTube. Verrassende inzichten heeft de film misschien niet te bieden, maar hij houdt je wel een ontnuchterende spiegel voor. (rn)

Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be