SOUNDCHECK. De Jeugd Van Tegenwoordig dropt achtste plaat: «Wij hebben altijd buiten de ‘scene’ gestaan»
De Jeugd Van Tegenwoordig maakt al bijna twintig jaar het mooie weer in de Lage Landen. Intussen zijn de broekventjes opgegroeid tot doorgewinterde veertigers, al dan niet met kroost. Maar Vjèze Fur (Freddy Tratlehner), Willie Wartaal (Olivier Locadia), Faberyayo (Pepijn Lanen) en vaste producer Bas Bron zijn nog lang niet uitgespeeld. Achtste langspeler ‘Moderne Manieren’ onderstreept hun status als één van de kleurrijkste Nederlandse bands: «Er is nog steeds vrijwel niemand die doet wat wij doen.»
Dag heren! Louter afgaand op de titel dacht ik: ‘Moderne Manieren’ is een commentaar op de veranderende tijdsgeest. Is dat zo?
Faberyayo:
Willie Wartaal: «Oeh. Niet echt, maar ik vind het wel sick dat je het zo interpreteert. De ware betekenis achter de titel is dat je niet kan achterblijven. Je moet doorgaan.»
Waren jullie zelf achtergebleven?
Wartaal: «Ik ben altijd op zoek naar nieuwigheden en manieren om bij te leren. Ik weet niet of dat voortkomt uit het gevoel dat ik achterloop, maar je zou het wel kunnen denken.»
De titel alludeert alleszins op een veranderende tijdsgeest. Zit er een vleugje woke vervat in de plaat?
Wartaal:
Faberyayo: «Bovendien is woke een term geworden om andere dingen te benoemen die er weinig mee te maken hebben. Woke an sich bestaat eigenlijk al niet meer, behalve als een soort rechts scheldwoord.»
Willie, jij liet je in een interview in 2021 naar aanleiding van je tweede soloplaat ‘Nieuwe Kunst’ ontvallen dat je het «raar» vindt dat «je bepaalde woorden niet mag zeggen». Is de slinger te ver doorgeslagen?
Wartaal: «Zelf heb ik daar geen moeite mee. Ik zeg namelijk wel gewoon alles. Maar ik weet wel wanneer ik mijn bek moet houden. Ik durf alleen mijn mening te geven als ik wéét waarover ik praat.»
Faberyayo: «Maar da’s toch ook niets nieuws? Volgens mij bedoelde Willie met die quote dat het gek is dat je bepaalde woorden niet mag gebruiken – niet per se vandaag omdat woke een hype is, maar te allen tijde.»
Wartaal: «Klopt.»
Jullie vinden dat iedereen altijd alles mag zeggen, zonder beperkingen?
Faberyayo: «Nee, we vinden dat je niet alles mag zeggen zonder dat er consequenties zijn. Maar het gegeven dat er woorden zijn die je niet mag uitspreken: dat is raar.»
Wartaal: «Dat hoort natuurlijk bij het feit dat de mens een sociaal dier is: je moet rekening houden met iedereen. En nu staan we meer dan ooit met elkaar in contact. Als je vandaag in een afgesloten ruimte staat met drie mensen, moet je alsnog rekening houden met de hele wereld. Door het internet, onder andere. Ook al kent niemand jou: zelfs jouw anonimiteit is weg.»
Sommige critici – ik noem geen namen – vinden het nogal ongepast dat vier veertigers zingen over ‘d’r
Wartaal: «Ik ben dol op kritiek, maar tegelijk vind ik het heel sick dat mensen iets voor mij willen bepalen of mij zeggen wat ik moet doen. Bovendien vind ik het jammer dat de auteur van dat artikel zich schuldig maakt aan leeftijdsdiscriminatie. Ik dacht dat oude mannen uit Nederland ook lekker zichzelf mochten zijn. Maar dat mag dus ook al niet meer.»
Faberyayo: «Ik vraag me af hoe lang de auteur geresearcht heeft naar de betekenis van akka [kont, nvdr.]. Is die persoon eigenlijk niet te oud om het straatwoordenboek erbij te nemen?»
Wartaal: «Dat is de vraag, want wij gebruiken die woorden en zij moeten ze opzoeken.» (lacht)
Faberyayo: «Als je het moet opzoeken, it ain’t for you!»
Wartaal:
Puur muzikaal viel me op dat deze plaat weer meer de elektronische toer opgaat in vergelijking met jullie vorige plaat ‘Anders (Different)’, waarop veel harde gitaren te horen waren.
Faberyayo: «Op deze plaat zijn er ook harde gitaren te horen?!»
Wartaal: «Ik snap wel wat je bedoelt, de vibe is wat elektronischer. Kijk, als je vier oude mannen die niet over twerken mogen praten opsluit en na de lockdown mogen ze eindelijk weer naar buiten, dan hebben zelfs die ouwe knarren weer zin in een feestje. Denk je dat dat mag van de critici?»
Ik vraag het na. Op ‘Moderne Manieren’ ontwaar ik een vleugje disco (‘Brokstukken In De Lucht’), reggae (‘De Jakkaman’), gangstarap (‘Broeder Ja’), dance (‘Housie Housie’) en techno (‘Dat Streelt Mij Wel’). Moet een band volgens jullie blijven experimenteren om relevant en verrassend te blijven?
Faberyayo: «Je moet vooral niet te veel nadenken bij het maken van een plaat; de muziek ontstaat organisch. Wat je echt moet vermijden, is precies hetzelfde willen maken als de vorige plaat.»
Er zijn nu al bijna twintig jaren verstreken sinds het ontstaan van De Jeugd. Toen jullie doorbraken, hadden jullie vrijwel de alleenheerschappij in jullie genre in de Lage Landen. Is het als gevestigde waarde vandaag moeilijker opboksen tegen al die Nederlandse popfenomenen zoals Goldband, Kraantje Pappie, Snelle, Lil’ Kleine, Bizzey, enzovoort?
Wartaal: «Wij hebben niet veel met hen gemeen, man.»
Faberyayo: «Het klopt dat er meer concurrentie is, maar wij hebben met De Jeugd altijd buiten het ‘systeem’ of de ‘scene’ of whatever gestaan, en dat is nog steeds zo. Er is nog steeds vrijwel niemand die doet wat wij doen. De enige echte competitie zijn wijzelf.»
Wartaal: «En alle dode artiesten, natuurlijk. Prince, Ray Charles, James Brown, … We zullen ons uiterste best moeten doen om in hun buurt te komen. Maar de levende artiesten, die kunnen me gestolen worden.»
Tot slot: jullie stonden deze zomer op de Lokerse Feesten. Wat vinden jullie van het Belgische publiek?
Wartaal: «
Faberyayo: «Sinds jaar en dag!»
Wartaal: «Misschien is het ook wel een geval van ‘het gras lijkt altijd groener bij de buren’, maar jullie hebben gewoon meer smaak.
‘Moderne Manieren’ is nu uit in eigen beheer. De Jeugd Van Tegenwoordig stelt de nieuwe plaat voor op 15 & 16 november in De Roma in Antwerpen en op 3 december in de Ancienne Belgique in Brussel. Die concerten zijn reeds uitverkocht.
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be