MOVIES. Dominique Deruddere over ‘The Chapel’: «Mijn zoon had ooit een pianolerares waar ik zelf schrik van had»

Waarom zou je het bij een film laten? Tegelijk met zijn nieuwe psychologische drama ‘The Chapel’ pakt Dominique Deruddere (65) uit met een boek, de memoires ‘Met de helm geboren’. Om maar te zeggen dat de regisseur van onder meer ‘Crazy Love’ en ‘Iedereen beroemd!’ 9 jaar na zijn vorige langspeelfilm ‘Flying Home’ weer helemaal terug is.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

‘The Chapel’ speelt zich af tegen de achtergrond van de Koningin Elizabethwedstrijd. Heb jij überhaupt iets met klassieke muziek?

Dominique Deruddere: «Weinig. Maar als ik denk aan wat ik als 11-jarige op tv heb gezien, herinner ik me naast de maanlanding en de boksmatch tussen Mohammed Ali en Joe Fraser vreemd genoeg ook een reportage over de Koningin Elizabethwedstrijd. De commentator zei op een bepaald moment dat die muzikanten een week lang in afzondering gaan. En ik weet nog dat ik dacht ‘Waw, zonder je ouders!’.» (lacht)

Je lijkt me ook meer punk dan klassiek.

«Dat is ook zo. Als jonge gast haatte ik klassieke muziek, zonder het te kennen. Dat was iets voor oude mensen. Nu ben ik zelf een oude mens. (lacht) Ik heb klassieke muziek ook nog niet zo lang geleden ontdekt. Enkele jaren voor ik aan ‘The Chapel’ begon, ben ik eens naar een klassiek concert geweest, en ik heb met open mond zitten luisteren. Ik stond er vooral van versteld dat daar een orkest van 100 man zat die allemaal hetzelfde speelden en het zo goed deden klinken.»

Hoe heb je als niet-kenner de muziek in ‘The Chapel’ gekozen?

«Mijn zoon speelt klassieke muziek, dus ik ben er wel steeds meer naar beginnen te luisteren. In de oorspronkelijke versie van het scenario was het hoofdpersonage Russisch. Ik heb dus alle Russische componisten beluisterd om uiteindelijk uit te komen bij een van de weinige die ik al kende, Rachmaninov. Ik vind die heel visueel. De beelden die hij bij mij oproept. Landschappen en koude. En krachtige emotie.»

Speel je zelf muziek?

«Nee, maar ik heb het altijd gewild. Het is waarschijnlijk een van de redenen waarom ‘The Chapel’ tot stand gekomen is. Ik wou vroeger piano spelen. Ik ben een nakomer, en mijn twee broers en mijn zus hadden allebei een instrument gekregen. Mijn broers gitaar en accordeon, en mijn zus piano. Maar die hadden de muziekschool allemaal op een bepaald moment opgegeven. Toen ik zei dat ik dat ook wou, zeiden mijn ouders ‘Dat kennen we, ga jij maar braaf naar school’. En dat was het dan. (lacht) Maar ik speel nu wat piano dankzij lessen via YouTube. Ik kan een gezelschap gedurende een kwartier verblijden met een beetje Randy Newman of The Eagles.»

Hoe authentiek is ‘The Chapel’?

«Ik heb er veel research in gestopt. In de film zijn alle uitspraken over muziek dingen die toppianisten ook ooit echt gezegd hebben. De uitleg van die pompeuze pianoleraar is bijvoorbeeld letterlijk wat Arthur Rubinstein over muziek denkt. Maar dat zeg je natuurlijk niet tegen een kind. Toen mijn kinderen nog jong waren, vond ik het nuttig dat ze muziek zouden leren. Dus hebben we voor onze Vic een piano gekocht toen hij drie was. Ik ben waarschijnlijk zelf een beetje zoals de moeder in de film. (lacht) En hij had een lerares waar ik zelfs schrik van had. Dat heeft niet lang geduurd.»

Heb je tijdens je filmopleiding ooit slechte leraars gehad?

«Dat viel wel mee. Het ene jaar dat ik aan het toenmalige RITS heb gestudeerd, was wel een verloren jaar. Het was allemaal theorie. Ik had zin om te filmen. Ik had thuis al Super 8-filmpjes gemaakt, en ik was er klaar voor, vond ik. Ik heb toen trouwens veel mensen van het laatste jaar op de set geholpen, want veel van die gasten wisten niet eens waar ze hun camera moesten zetten. Daarna ben ik naar Sint-Lukas geweest, en daar zat ik op mijn plaats. Ik kreeg er les van onder meer Guido Henderickx en Walther Vanden Ende. Dat waren mensen van wie ik echt wat kon leren.»

‘The Chapel’ speelt momenteel in de zalen.

‘Met de helm geboren’ ligt nu in de boekhandel.

REVIEW. The Chapel **

Een goed idee is helaas nog geen goeie film. Dat is ook weer de conclusie na ‘The Chapel’. Dominique Deruddere situeert zijn psychologisch drama in een milieu dat zeker tot de verbeelding spreekt: de week die de finalisten van de prestigieuze Koning Elizabethwedstrijd samen doorbrengen in de Muziekkapel, geïsoleerd van de buitenwereld. Een ideale omgeving om je op de muziekstukken te concentreren (waarvan je er eentje dan pas ontdekt), maar ook een context waarin verdrongen emoties vrij kunnen opborrelen. Dat is net wat hoofdfiguur Jennifer overkomt. Ze staat te boek als een groot talent, maar diep vanbinnen weet ze dat de liefde voor piano haar vooral opgedrongen is door haar overheersende moeder. Zelf ligt ze in de knoop met een trauma dat in de loop van de film aan het licht komt. Dat zou voor spanning en drama moeten zorgen, maar het probleem is dat je die onthutsende waarheid eigenlijk van ver ziet aankomen en dat Deruddere nauwelijks risico’s neemt. Degelijk vertolkt en geregisseerd (Polanski loert soms om de hoek), maar o zo tandeloos.