MOVIES. ‘El buen patrón’, satire over de arrogantie van rijke mensen: «Zelf kun je moeilijk inschatten of je een goede baas bent»
Intelligentie en humor. Voor de Spaanse cineast Fernando León de Aranoa (heerlijke naam) zijn dat de basisvoorwaarden voor een goede film. Hij legt ze zeker aan de dag in ‘El buen patrón’, een bijtende donkere komedie over een fabrieksbaas met een groot ego en kleine kantjes. Het is na ‘Los lunes al sol’ en ‘Loving Pablo’ bovendien de derde keer dat de regisseur zijn goeie vriend Javier Bardem voor de camera haalt.
Als regisseur heb je de leiding over de hele film. Ben jij een goede baas?
Fernando León De Aranoa: «Dat vraag je best aan de mensen met wie ik samenwerk, denk ik. (
Is Blanco streng voor zichzelf?
«Hij denkt van wel. De titel van de film is zijn standpunt. Zo hebben Javier (Bardem, de hoofdacteur,
Vond je het belangrijk om hem niet af te schilderen als een compleet monster?
«Weet je, het is heel boeiend om te zien hoe mensen op hem reageren. De reacties lopen erg uiteen, dat heb ik nog nooit eerder meegemaakt met een film. Sommige mensen blijven de hele film door aan Blanco’s kant staan, anderen zijn het na een kwartier al niet meer met hem eens. Het hangt echt af van de kijker. Het grappige is dat mensen jonger dan 30 het doorgaans prima vinden wat Blanco doet. Waarschijnlijk heben die kijkers nooit de rechten gekend die werknemers vroeger hadden en die nu compleet uitgehold zijn.»
‘El buen patrón’ is zeer geestig. Zou je dit verhaal met minder humor kunnen vertellen?
«Ik geniet er altijd van als films een gevoel voor humor aan de dag leggen. Zelfs de donkerste drama’s. Humor is tenslotte een deel van het leven. Ik heb documentaires gedraaid in gebieden die verscheurd zijn door oorlog, en zelfs daar maken de mensen grapjes. Die hebben ze nodig om zich door elke dag te slaan. In ‘El buen patrón’ gaat het ook nog om iets anders. Het is satire. Ik vond dat ik enkel op die manier kon duidelijk maken hoe rampzalig de situatie op de werkvloer is geworden. Het gaat niet alleen over hoe bazen hun werknemers uitbuiten, maar ook over hoe werknemers zelf geen enkele empathie of solidariteit meer hebben
voor elkaar. In de film staat een man die zijn ontslag heeft gekregen te protesteren aan de overkant van de straat. Maar niemand gaat naar hem, uit schrik dat zij de volgende zullen zijn. Zo gaat het ook in het echt. Zulke situaties kun je enkel op een verteerbare manier aankaarten als je er wat humor doorheen mengt.»
Javier Bardem is geweldig in de hoofdrol. Waarom is hij zo’n uitzonderlijke acteur?
«Omdat hij totaal geen schrik heeft. Hij gaat altijd tot het uiterste. Hij speelt nooit op veilig. Hij geniet ervan om risico’s te nemen. Na drie films vertrouwen we elkaar blindelings, en het is zalig om met hem samen te werken.»
‘El buen patrón’ speelt vanaf woensdag 15 juni in de zalen.
Review ‘El buen patrón’ ****
Laat er geen twijfel over bestaan: Julio Blanco (rol van Javier Bardem) dénkt absoluut dat hij een goede baas is. Hij herhaalt keer op keer dat hij zijn bedrijf als één grote familie ziet, en hij is ervan overtuigd dat hij iedereen moet helpen om eender welke problemen op te lossen. Dat klinkt goed, maar in werkelijkheid betekent het dat hij zichzelf ziet als een soort almachtige halfgod en dat hij zich met ieders privéleven bemoeit. In de loop van de film zal hij echter ontdekken dat hij niet alles kan controleren, vooral niet zijn eigen arrogantie. ‘El buen patrón’ — ‘De goeie baas’ dus — is een Spaanse satire die een goed evenwicht zoekt tussen geestige farce en vlijmscherpe sociale commentaar. Meestal met succes, al is de beeldspraak die regisseur/scenarist Fernando León de Aranoa kiest soms wat zwaar op de hand (Blanco’s bedrijf bouwt bijvoorbeeld weegschalen). Met Bardem heeft hij echter een rots van een hoofdacteur, en de slotscène met de oude klusjesman en de boormachine is zowat de meest schrijnende die je dit jaar zult zien.