MOVIES. In ‘Vortex’ reflecteert Gaspar Noé over de pijn van ouder worden: «Het is schokkend hoe snel mensen kunnen achteruitgaan»

Gaspar Noé houdt ervan om de kijker een spiegel voor te houden. Vaak is die spiegel verwrongen en donker (‘Irréversible’, ‘Climax’), maar hij heeft wel altijd de bedoeling om door te dringen tot de kern van wie we zijn. In zijn nieuwe film ‘Vortex’, het verhaal van een oud Parijs koppel, pakt hij het rustiger aan. Maar zijn ambitie is nog steeds dezelfde.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Gaspar Noé: «Ik maak geen films om een boodschap te verkondigen maar om een visie op het leven door te geven. Daar hoort de dood bij. Ik zie het leven als een ‘vortex’, een draaikolk. Of om het met de woorden van mijn vader te zeggen: ‘Ouder worden is geen grap’. (lachje) Hij is een van die miraculeuze mensen die op hun 88ste mentaal nog altijd even scherp zijn en zich amuseren. Hij schildert en schrijft als nooit tevoren. Maar hij heeft wel gelijk. Het is schokkend om te zien hoe snel mensen kunnen achteruitgaan als ze ziek worden.»

Je hebt het meegemaakt met je moeder. Hoe heb jij dat beleefd?

«Het grappige met dementie is dat op de duur de omgeving meer van de kaart is dan de persoon zelf. Mijn moeder wist op het einde niet meer wie ze was of met wie ze praatte. Ze dacht dat ik mijn vader was, of dat de verpleegster haar grootmoeder was. Dat ontregelde heel haar omgeving en deed ons allemaal veel pijn. Maar zelf had ze daar geen last meer van. Wat haar wel doodsbang maakte, is dat ze door haar aandoening non-convulsieve epilepsie ontwikkelde. Ze had een brein als een vulkaan die constant op uitbarsten staat maar nooit uitbarst, waardoor ze niet meer kon slapen.»

Ben je bang voor de dood?

«Nee. De dood is niets. Het is louter de afwezigheid van leven. Eenmaal je dood bent, ben je weg en is het aan de anderen. Ik geloof niet in leven na de dood of reïncarnatie. De dood is gewoon iets wat we allemaal meemaken, het einde van ons bestaan. Maar ik geloof wel dat je sporen kan achterlaten die je bestaan eventjes verlengen. Als ouder kan je kinderen maken die ergens op je lijken, als kunstenaar kan je een werk creëren dat iemand nog kan bekijken of lezen. Maar het leven zelf is een vluchtige ervaring die nergens vandaan komt en nergens heen leidt.»

In de film is de dood niet zwart maar wit. Wat wil je daarmee zeggen?

«Het is een manier om het te vertellen. Hoe breng je de leegte in beeld? Het is niet zwart of wit, het is leeg. Er is geen kleur. Dus kies ik voor een bleek licht dat er een beetje vies uitziet. De dood is zelfs niet glorieus. Het is eerder een stinkende leegte.» (grinnikt)

Wat voegt de splitscreen volgens jou toe aan het verhaal?

«Ik vind dat ik op die manier de realiteit dichter benader. Traditioneel richt je de camera op de persoon die aan het praten is. Maar daarmee geef je maar een klein deel van de situatie mee. Dialogen zijn maar een miniem aspect van de realiteit. Ze zijn zoals het zweet op een lichaam. Ik vind het normaler om de situatie vanuit het perspectief van twee personen tegelijk te tonen. In een huis waar een opa en een oma van 80 wonen, kruisen die twee standpunten elkaar voortdurend.»

Je hoofdacteurs hebben heel verschillende achtergronden. Françoise Lebrun heeft een gigantische carrière achter de rug, Dario Argento is vooral bekend als horrorregisseur en had nooit geacteerd. Hoe kwam je bij hen terecht?

«Ik heb daar eigenlijk niet bij stilgestaan. Ik vroeg me gewoon af met welke mensen van die leeftijd ik wou samenwerken. Als filmliefhebber kwam ik uit bij Françoise en Dario. Mijn smaak in films is heel divers. Voor de rest had ik enkel tien pagina’s scenario, zonder dialogen. Ik wou dat de acteurs die zelf invulden. Françoise begreep het eerst niet, ook al omdat ik haar vroeg om onverstaanbaar te praten en haar intenties vooral duidelijk te maken met haar ogen en lichaamshouding. Uiteindelijk is het gelukt, ook al omdat er een positieve sfeer op de set hing. Als je een goede film wil maken, moet je er ook om te beginnen voor zorgen dat de opnames aangenaam zijn voor iedereen.»

Vortex ****

Diep vanbinnen, goed verscholen achter een bloednuchter (en vaak zwart) wereldbeeld, is de Franse regisseur Gaspar Noé eigenlijk een romantische ziel. Zelfs het hondsbrutale ‘Irréversible’ draaide in wezen rond een intense liefde. In ‘Vortex’, zijn nieuwe film, is die liefde door de jaren heen routine geworden maar nog steeds aanwezig. We volgen een bejaard koppel van wie we de namen nooit zullen kennen, gespeeld door Françoise Lebrun en Dario Argento. De Parijse flat waar ze wonen, toont de sporen van een boeiend en rijk gevuld intellectueel leven. Aan dat gezapige en relatief zorgeloze bestaan komt een einde wanneer de vrouw Alzheimer ontwikkelt. ‘Vortex’ doet onvermijdelijk denken aan ‘Amour’ van Michael Haneke, met het grote verschil dat Noé er niet voor terugschrikt om ook de kleine kantjes van zijn karakters in beeld te brengen. Lebrun en Argento zetten ontroerend menselijke vertolkingen neer, en het concept om ze voor het grootste deel van het verhaal via splitscreen in beeld te brengen, werkt perfect. Een stille parel.

‘Vortex’ speelt vanaf morgen in de zalen.