Nederlandse tentoonstelling ‘Rondom Mondriaan’ geeft ogen, maar ook oren en neus de kost
Het Kunstmuseum in Den Haag opent zaterdag een nieuwe tentoonstelling over Piet Mondriaan, die 150 jaar geleden werd geboren. De expositie ‘Rondom Mondriaan’, samengesteld door directeur Benno Tempel en conservator Caro Verbeek, gaat verder dan kunstwerken aan de muur. Bezoekers zullen naast hun ogen ook hun oren en neus de kost kunnen geven.
Zo componeerden muzikanten Steven Brunsmann en Marco Spaventi een heel nieuw technostuk, gebaseerd op Mondriaans ideeën over muziek. Dit zal via een speciale app bij de tentoonstelling te beluisteren zijn, net als onder meer de klanken van Jacob van Domselaer (1890-1960), die de schilderkunst van Mondriaan begin vorige eeuw al omzette in muziek. Muziek werd veel vaker met Mondriaan in verband gebracht, zo werden er tijdens zijn leven al pianoconcerten gegeven op speciale avonden waarop zijn werk te zien was.
Verder creëerden Birgit Sijbrands en Anh Ngo van geurstoffenproducent IFF een nieuwe geur. Die is volgens het museum «geïnspireerd door het ritme en de dynamiek van de Victory Boogie Woogie», een van zijn beroemdste werken. Ze keken onder meer welke geuren associaties oproepen bij bepaalde kleuren.
Rook en vocht
Ook roept het museum de geuren op die in Mondriaans ateliers in Amsterdam, Parijs en New York moeten hebben gehangen. Caro Verbeek, die geurhistoricus is, zocht dat uit. «In Amsterdam had hij nog veel spullen om na te schilderen, zoals een kasjmier shawl en een Perzisch tapijt. Ook werd er veel gerookt en was het vochtig.» In Parijs klaagde hij over zijn kolenkachel en kwam ook de geur van het nabijgelegen station Gare Montparnasse bij hem binnen, weet Verbeek. «In New York ging hij met tape en lijm aan de slag, at hij heel veel sinaasappels en gebruikte hij sinaasappelkistjes om meubels van te maken.»