SOUNDCHECK. Mich Walschaerts vaart zijn eigen koers met Danskny

Het plan om de ‘soul cat’ en ‘funkateer’ in zijn lijf de vrije teugels te laten, kampeerde al langer in het hoofd van Mich Walschaerts. Met Danskny laat hij het vertrouwde Kommil Foo-nest even links liggen om samen met topmuzikant Alano Gruarin de ‘ants in the pants’ alle hoeken van je derrière te laten zien.

door
Dirk Fryns
Leestijd 4 min.

Mich Walschaerts: «Het oorspronkelijke idee komt eigenlijk van Alano. Hij speelt al zo’n tien jaar bij Kommil Foo en de klik was er al van in het begin. Als pianist kan je hem alles vragen om te spelen, van funk tot jazz, klassiek, pop of soul... En hij is een grote fan van The Meters (sixties funk- en soulgroep uit New Orleans, nvdr.). Hij liet al wel vaker vallen dat hij eens iets in de stijl van die groep wilde doen. Op een zekere dag was ik op weg naar het containerpark. Welke hogere macht er die dag aan het werk was, weet ik niet maar twee uur later had ik allerlei melodieën en tekstfragmenten die binnen dit project zouden passen. Ik belde meteen naar Alano en de trein was vertrokken.»

Was het eerder een TGV of moest er regelmatig even gestopt worden voor onderhoud en nieuwe wisselstukken?

« Het eerste, want eens de bal aan het rollen ging, verliep alles op een zeer natuurlijke manier. Er is hard aan gewerkt, zowel tekstueel als muzikaal maar ergens voelden we wel dat het al langer diep in ons zat en enkel een voorzet nodig had om de weg naar een plaat en het podium te vinden.»

Ik heb je sowieso altijd een soulzanger gevonden. De manier waarop je zingt bij Kommil Foo, de manier waarop je beweegt... Wie zijn ziel uit zijn lijf zingt is naar mijn gevoel een soulzanger.

«Misschien wel, ik heb daar nooit bij stilgestaan. Het komt zoals het komt. Ik wist wel vanaf het begin dat die mix van soul en funk door Nederlandstalige teksten bij elkaar zou gehouden worden. Twintig jaar geleden zou ik misschien nog even met het idee gespeeld hebben om in het Engels te zingen, maar nu weet ik maar al te goed dat ik nooit dezelfde nuances en rijkdom zou kunnen opzoeken.»

Hoe zijn de songs dan gaandeweg ontstaan?

«Alano, die uit Genk afkomstig is, jamde daar met een aantal muzikanten en stuurde opnames door waarmee ik aan de slag kon. En we hebben natuurlijk uren en uren samen doorgebracht aan de piano of achter het Hammond-orgel. Daarna is Wouter Souvereyns erbij gekomen, een zeer goede gitarist en zanger van amper 29. Ik ben er 52, Alano 46 en dan is zo’n jonge kracht een godsgeschenk. Wouter is ook superhandig met Logic (programma voor muziekopnames, nvdr.) en dat in combinatie met de thuisstudio van Alano gaf ons onbeperkte mogelijkheden.»

Drie generaties herbergen vaak drie uiteenlopende muzieksmaken.

«Absoluut. Wouter komt meer uit de pop, Alano uit de jazz en funk en ikzelf uit zowat alles want ik heb een zeer brede smaak. (lachend) Voeg dat samen en de cocktail smaakt weer wat beter. Oorspronkelijk zouden het enkel Alano en ik geweest zijn, maar Wouter speelde op een gegeven moment tijdens een livestream mee en dat gaf Alano de vrijheid om al eens te soleren. Hij is van opleiding ook organist en eigenlijk een soort octopusmuzikant. Terwijl hij links soleert, speelt hij rechts een begeleidend akkoord, met zijn voeten een baslijn en als het even moet kan er ook nog wel een zanglijn bij. Ongelooflijk...»

Je verlaat hier de vertrouwde Kommil Foo-omgeving maar tegelijkertijd voel je het DNA van jou en je broer Raf wel in een song als ‘Geen schijn van kans’, waarin een norse buschauffeur je kans op liefdesgeluk rabiaat tegenwerkt.

«Wie komt kijken en ons al langer volgt, ziet en hoort zeker flarden uit de leefwereld van Kommil Foo. Maar de funk en het uptempogehalte zijn zo verschillend dat het ook helemaal iets anders is. Het verband is er wel degelijk want ik ben wie ik ben. Onmogelijk om dat uit te gommen. Toen we vijf nummers hadden, hebben we ook enkele try-outs gedaan voor een zeer beperkt publiek en we voelden dat het werkte. Ik moet het nu doen want ik word ook ouder. Ik heb nog nooit met zoveel plezier gewerkt als nu en ben veel bewuster bezig met mijn beroep.»

Wie Danskny live beleeft, wordt getuige van een kruisbestuiving tussen funk en cabaret. Geen evidente combinatie, of wel?

«Het was zoeken en uitproberen maar ik heb de indruk dat we daar toch goed in geslaagd zijn. Ik vertel tussendoor ook, er zitten grappige momenten in de songs en er wordt best wel een spanningsboog gemaakt die de zaken op een of andere manier aan elkaar linkt. En toch heb je het gevoel dat je in de eerste plaats een funky concert bijwoont, want na afloop kan je me als een dweil uitwringen.»

Amerikaanse of Britse soulhelden zijn er genoeg, maar wie is jouw Nederlandstalig voorbeeld?

«Ik kan maar op één man komen en dat is Raymond. Denk aan ‘Beweeg met dat lijf’ en dan weet je dat hij zowel Otis Redding als James Brown naar zijn hand kan zetten. Hij is en blijft de grootste.»

Danskny stelt zijn debuutalbum voor op woensdag 13 oktober in CC Het Gasthuis in Aarschot. De tournee loopt tot eind januari 2022. Andere concertdata vind je op de website.