Vlaamse meesterwerken trekken naar Verenigde Staten
Zo’n 140 Vlaamse meesterwerken, waarvan sommige nog nooit getoond werden in België of de Verenigde Staten, zijn vanaf zondag te bewonderen in het Denver Art Museum. Een huzarenstukje werd klaargespeeld door The Phoebus Foundation, de verzameling die begon als privécollectie van Fernand en Karine Huts.
«De werken zijn verspreid over zes thema’s», legt Niels Schalley uit, projectcoördinator bij The Phoebus Foundation. «Ze brengen een bloemlezing van driehonderd jaar Vlaamse kunst en cultuur.» Plaats van het gebeuren is Denver, de hoofdstad van Colorado en ook wel bekend als The Mile High City. De stad ligt net ten oosten van de Rocky Mountains.
Grote namen
Voor veel kunstwerken was het een reis van 8.000 kilometer, een uitdagend logistiek proces waarover uit veiligheidsoverwegingen geen details gekend zijn. «Het grootste kunstwerk is twee meter op vier, het kleinste past in je handpalm», aldus nog Schalley, die volop bezig is met de voorbereidingen in de Verenigde Staten.
De tentoonstelling ‘Saints, Sinners, Lovers, and Fools: 300 Years of Flemish Masterworks’, is te zien tot januari 2023. Volgens het Denver Art Museum is het een «unieke presentatie van middeleeuwse kunst». Er zitten schilderijen en beeldhouwwerken bij uit de Renaissance en Barok, afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden.
Het gekende Denver Art Museum mag zo enkele maanden uitpakken met «werken die een snel veranderende tijd afbeelden doorheen unieke stijlen, subjecten en technieken». Er is onder andere werk te zien van Hans Memling, Peter Paul Rubens, Jacob Jordaens en Antoon van Dyck. Hun schilderijen moeten de toeschouwer toelaten om «parallellen te trekken met de wereld vandaag».