Waarom erfgoed in de klas steeds belangrijker wordt
Gisteren, zondag, vond de 21e editie van Erfgoeddag plaats. Een enorm succes, gelet op het recordaantal activiteiten en de overduidelijke publieke belangstelling. Het thema ‘Erfgoed maakt school!’ nodigde de bezoekers uit om zich onder te dompelen in het rijke schoolverleden en -leven. Bijzonder aan deze editie is dat het evenement nog een staartje krijgt. Pardon, een serieuze staart. En wel een die vandaag begint.
Gezien de thematische focus op het onderwijs lanceert FARO, de coördinator van het evenement, uitzonderlijk voor deze editie een Erfgoeddag-week. Die is speciaal bedoeld voor het basis- en secundair onderwijs. Leerkrachten kiezen dan uit een enorm, uniek en gratis aanbod, exclusief voor deze week.
Zo trekken er tussen vandaag en vrijdag heel wat ‘Erfgoedklasbakken’ naar talloze scholen in heel Vlaanderen en Brussel. Dat zijn erfgoedexperts – mensen die werken in een archief, museum, erfgoedbibliotheek, depot, documentatiecentrum of nog een andere erfgoedinstelling – die het (minstens) een lesuur overnemen van de leerkracht. Heel verschillende profielen (zoals een restaurator, conservator, directeur, scenograaf, onderzoeker, publieksmedewerker, beiaardier, molenaar en noem maar op) doen dus hun gedreven erfgoedverhaal op school. Omdat deze experts weliswaar erg goed zijn in hun vak, maar vermoedelijk weinig tot geen onderwijservaring hadden, bood FARO hen de voorbije maanden een stoomcursus aan. Een grondige voorbereiding op hun Erfgoedklasbakmoment.
Een Erfgoedklasbak discussieert met leerlingen over de zin en onzin van een literaire canon. Een andere gaat dieper in op het leven en werk van de beroemde Franstalige Vlaamse auteur Emile Verhaeren. Ook hete maatschappelijke hangijzers komen aan bod. In de openbare ruimte verwijzen honderden standbeelden, monumenten, gedenkplaten en straatnamen naar de kolonisatie van Congo. Verspreid over het hele land kreeg Leopold II minstens vijftien standbeelden. Alleen al in Brussel zijn er zo'n 39 straten met een koloniale verwijzing. Een Erfgoedklasbak doet leerlingen stilstaan bij deze sporen, hun complexiteit en de protestacties die er zijn geweest. Nog een andere ten slotte ‘onderzoekt’ in de klas wat ‘wetenschap’ is en welke plaats twijfel en verbeelding in het wetenschappelijk proces innemen. Dialoog en kritisch denken staan centraal. Leerlingen krijgen vragen voorgeschoteld om hun beeld over ‘de wetenschap’ en ‘de wetenschapper’ te verbreden. Enzovoort.
Daarnaast is er ook het vipaanbod: daarbij worden scholen ter plekke in een museum, archief, depot, atelier of erfgoedbibliotheek uitgenodigd voor een bijzondere rondleiding of workshop. Dat kan bijvoorbeeld een exclusieve kijk achter de schermen zijn; een sessie rond een object dat zelden wordt getoond, of waarin de leerlingen aan de slag gaan met pakweg een vijzel, of pen en inkt op oude wijze.
Zo proeven heel wat kinderen en jongeren van de wereld van het cultureel erfgoed, en maken ze kennis met mensen die er professioneel of vrijwillig – maar vooral gepassioneerd – mee bezig zijn. Ze krijgen zo een opstapje voor verdere interesse en nieuwsgierigheid; en - wie weet - ontdekken ze ook nieuwe mogelijkheden op het vlak van studie- en beroepsoriëntering.
Daarbij is er het inzicht dat de
Meer weten?