WHAT ABOUT... onze concertetiquette? Waarom post-pandemieconcerten een beetje sucken
Met wereldsterren als Lil Nas X en Arctic Monkeys op de affiche, ziet de Belgische festivalzomer er nu al beeldig uit. Toch lopen niet alle harten over van enthousiasme. De zure nasmaak van de festivalzomer van 2022 is nog niet weggespoeld. Na twee jaar geen concerten – of erger: dansvrije concerten – keken muziekfanaten nochtans uit om schouder aan schouder, in een tot de nok gevulde zaal, hun favoriete corona-anthems mee te brullen met vreemdelingen. Muziektempels liggen er evenwel niet meer bij zoals we ze hadden achtergelaten.
Plots overnachtten al 24 uur voor het concert van Harry Styles hordes fans voor de deur van het Sportpaleis om de eerste rij te halen. Wie bij Olivia Rodrigo op die felbegeerde plekken stond, hoorde meer gekrijs dan het stemgeluid van de 19-jarige popster. Bij het concert van Phoebe Bridgers in Toronto werd er zelfs zo hard gedrumd dat er gewonden vielen. En dan is er nog de kwestie van de gsm’s: fans lijken meer bekommerd om het nemen van de perfecte video – of BeReal – dan het beleven van hun favoriete muziek.
Artiesten in opstand
Vooral dat laatste pikken artiesten niet meer. De Japans-Amerikaanse altpopartiest Mitski sprak zich in februari op Twitter uit tegen die zee aan smartphones: «Als ik mensen hele nummers of sets zie filmen, voelt het alsof we niet samen zijn», schreef ze. Ze is lang niet de enige met die frustratie: Bob Dylan bant ze al enkele jaren uit zijn concertzaal, terwijl Bruno Mars aan de Los Angeles Times getuigde dat hij zich inhoudt bij het dansen of spreken, omdat hij weet dat hij op ieder moment gefilmd wordt. En toen iemand in oktober een smartphone naar Steve Lacy wierp, zat het de artiest zo hoog dat hij de gsm kapot stampte.
Oproepen als die van Mitski worden haar overigens niet in dank afgenomen. Fans gooien met argumenten over de nood om te filmen «voor hun mentale gezondheid» of voelen zich gerechtigd om een concert te beleven zoals zij dat willen, «want zij betalen er tenslotte voor».
Hoe is het zover gekomen?
Concerten zijn een bepaalde vorm van transgressie wel gewoon. In tijden van The Beatles werd er ook al goed wat afgeschreeuwd. Toch zijn verschillende muziekbladen het erover eens: nooit werden grenzen zo overschreden als vandaag. Maar hoe komt dat? Dr. Lucy Bennett (Cardiff University) wijst in cultuurmagazine Dazed & Confused naar de pandemie, en het gemis van concerten. «Het lijkt erop dat voor sommigen het concept van aanwezig zijn op een concert hetzelfde is als een fysieke deelname, of dat nu iets gooien is, schreeuwen of drummen.» Zo willen ze het livemoment «grijpen», aldus Bennet. Daarnaast is onze ‘parasociale’ relatie met artiesten intenser geworden: door met hen digitaal te interageren via sociale media tijdens de lockdown, lijkt het voor sommige fans alsof ze hun idolen echt kennen. Dat verlaagt de drempel om dat fysieke contact met hun idolen op te zoeken.
Hoe moet het verder?
Het is overduidelijk dat sociale media sinds de pandemie meer dan ooit deel uitmaken van onze concertbeleving. Veel fans lijken dan ook niet klaar om hun gsm op te bergen. Op TikTok vindt er zich bovendien een zelfversterkend patroon plaats: TikTokkers gaan viraal met een video van hun idool, waarna andere fans massaal concerten filmen en delen in de hoop om ook die 1 miljoen views te halen. Het lijkt erop dat pas als de mentaliteitswijziging plaatsvindt op die platformen, en fans elkaar aanspreken op storend gedrag in plaats van het aan te moedigen, concerten weer het gelukzalige, collectieve gebeuren van voordien kan worden.
De vijf concertgeboden
Hou je gsm in de broek, niet in de lucht: een stukje filmen kan, een hele set niet.
Zing, maar schreeuw niet: muziekliefhebbers hebben geen 40 euro (of meer) betaald voor jouw gekrijs.
Zwaai naar het podium, maar gooi niets: het is rot voor de artiest, en – afhankelijk van het object – nog eens gevaarlijk ook.
Dans, maar drum niet: niemand voelt zich graag een sardien in blik.
Hou je handen omhoog, niet op het lijf van een ander: en spreek daders aan op grensoverschrijdend gedrag.