‘Eeuwig ijs’ van Duitse gletsjers niet langer eeuwig
Enkele van de vier laatste Duitse gletsjers hebben de zomer beter dan verwacht doorstaan, maar wetenschappers wijzen erop dat ze niet gered kunnen worden. Binnen dit en 15 jaar zal het vroegere «eeuwige ijs» van de Duitse gletsjers gesmolten zijn, blijkt uit voorspellingen van de Beierse Academie van Wetenschappen (BAdW).
Uit nieuwe metingen van BAdW-wetenschappers blijkt dat de Watzmann- en Blaueisgletsjers, nabij Berchtesgaden, afgelopen zomer relatief weinig oppervlakte verloren. Het ijsvolume wordt nog geanalyseerd. De ijsbedekking meten is complexe materie.
«We analyseren de gegevens nog, en het lijkt erop dat de gletsjers in Berchtesgaden niet zo’n slechte zomer hadden», aldus glacioloog Christoph Mayer van de BAdW. «Op sommige plaatsen hadden we nog altijd sneeuw tegen het einde van het seizoen». Sneeuw weerkaatst immers het zonlicht en beschermt zo het ijs. Een koude lente met late sneeuwval droeg waarschijnlijk ook bij tot een trager smelten.
Op de Zugspitze, Duitslands hoogste berg, is de situatie erger. Op die berg bevonden zich tot vorig jaar nog drie gletsjers, maar de Zuidelijke Schneeferner verloor na de warme zomer van 2022 dit statuut. Dit jaar is ook de Noordelijke Schneeferner aanzienlijk kleiner geworden, en over een zevental jaar zou ook die niet langer een gletsjer genoemd mogen worden.
In juli organiseerden vertegenwoordigers van de protestante en katholieke kerken een requiem voor de Noordelijke Schneeferner, als een waarschuwing voor de klimaatcrisis en de gevaren voor natuur en mensheid.