Lijden aan het ‘oplichterssyndroom’ zou je beter maken in je job

Erg veel mensen lijden op een gegeven moment in hun carrière aan het oplichterssyndroom. Wie lijdt aan het syndroom boekt vaak succes op het werk, maar voelt zich een ‘oplichter’, van wie snel ‘ontdekt’ zal worden dat ze eigenlijk erg slecht zijn in hun job. Onderzoek dat gepubliceerd werd in het tijdschrift Academy of Management Journal suggereert nu dat dat syndroom je net béter maakt in je job.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

Wie lijdt aan het oplichterssyndroom gelooft dat ze hun succes niet verdienen en dat het succes louter aan toeval te wijten is, in plaats van aan hun eigen talenten en harde werk. Hoewel het syndroom vooral geassocieerd wordt met onzekerheid – wat meestal niet geapprecieerd wordt op de werkvloer – wijst onderzoek nu uit dat wie aan het syndroom lijdt op bepaalde vlakken het toch beter doet dan de zelfzekere collega.

Empathie

Psycholoog Basima Tewfik schrijft in haar paper dat er voor de ‘oplichter’ vooral voordelen zijn te rapen op interpersoonlijk vlak. Mensen met het oplichterssyndroom zijn de mensen die je als collega wil hebben, beweert ze. Dat komt omdat ze meer empathie hebben dan hun meer zelfzekere collega’s, terwijl ze wel als even competent ingeschat werden. Zo zouden ze zich meer bewust zijn van de gevoelens en noden van hun collega’s dan wie geen last heeft van twijfel.

Toch benadrukt Tewfik dat het oplichterssyndroom in zijn geheel niet per se iets goed is, aangezien de gedachten die erbij horen een negatief effect hebben op het algeheel welzijn: «Ik denk dat we vooral moeten nadenken over hoe we die angstgevoelens kunnen verminderen, zodat we wel het interpersoonlijke voordeel kunnen omarmen.»