Wordt redder een nieuw knelpuntberoep?
Er zijn drie belangrijke redenen waarom een beroep de lijst van knelpuntberoepen haalt. In de eerste plaats is er een kwantitatief tekort aan kandidaten. Er is bijvoorbeeld een te lage uitstroom uit het onderwijs, omdat te weinig studenten die richting kiezen of omdat er geen schoolse opleiding voor bestaat. Ten tweede heb je ook een kwalitatief tekort. Dat wil zeggen dat er wel kandidaten solliciteren, maar dat zij niet beschikken over de bekwaamheden die de werkgevers vragen. Ten slotte kunnen specifieke arbeidsomstandigheden een job tot knelpuntberoep bombarderen. Het gaat dan onder andere om weekendwerk, een laag loon en belastend werk, waardoor er minder kandidaten
geïnteresseerd zijn.
Weekendwerk
Hoewel redder niet tot het traditionele lijstje met knelpuntberoepen hoort, zijn er steeds meer openstaande vacatures. Zo hadden 80% van alle zwembaden in Vlaanderen en Brussel vacatures lopen voor redders. Volgens het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid zijn er verschillende redenen waarom niet veel mensen redder willen worden. «Ten eerste beschouwen mensen het als een zeer eentonige job. Maar het houdt veel meer in dan gewoon langs de kant van het bad zitten», zegt Wies Van den Broeck van de ISB-commissie zwembaden Vlaanderen. «Ten tweede ligt de verloning niet hoog. Een startend redder verdient 1.800 bruto. Dat is niet veel, wetend dat er veel avond- en weekendwerk bij komt kijken én dat redders een grote verantwoordelijkheid hebben. De combinatie met een gezin en vrije tijd is ook niet altijd eenvoudig en we worstelen ook met ons imago: het beroep van redder staat niet hoog aangeschreven.»
Het is niet de eerste keer dat deze problematiek wordt aangekaart. In 2018 organiseerde de VDAB speciale reddersopleidingen voor werkzoekenden in de hoop om de 300 openstaande vacatures te kunnen invullen.