De vijfsecondenregel is dé manier om uitstelgedrag tegen te gaan
To do-lijstjes, we kennen ze allemaal. Net zoals dat ene taakje dat je voortdurend voor je uit schuift, terwijl je ijverig excuses bedenkt waarom het nu toch écht niet het moment is om er eindelijk aan te beginnen. Op het einde van de dag heb je je lijstje netjes afgewerkt, op één uitzondering na. Je geeft jezelf een schouderklopje en begint alvast een to do-lijst voor morgen, met een oude bekende op de eerste plek.
Velen onder ons krijgen vroeg of laat te maken met uitstelgedrag. Voor de één is het een uitzonderlijk iets, voor de ander is het dagelijkse kost. Maar of je nu sporadisch taakjes voor je uitschuift of er een gewoonte van maakt, uitstelgedrag is nooit productief. Gelukkig bestaat er een handig trucje om die vervelende gewoonte aan te pakken.
Aftellen
Volgens de Amerikaanse coach Mel Robbins is de vijfsecondenregel dé manier om vaarwel te zeggen tegen uitstelgedrag. Ze is zelfs zo enthousiast over het trucje dat ze er een heel boek aan wijdde: ‘The 5 Second Rule’. Daarin legt ze uit hoe ons brein vijf seconden nodig heeft om zich in uitstelmodus te zetten. «Als je een doel wil bereiken, moet je fysiek bewegen binnen de vijf seconden als je wil vermijden dat je brein het idee doodt», aldus Robbins. Anders word je afgeleid door iets anders en komt er niets in huis van je plannen. Fysiek aftellen - 5, 4, 3, 2, 1 en HOP! - kan helpen om uitstelgedrag tegen te gaan. Volgens Robbins zou het aanpakken van je uitstelgedrag niet alleen je productiviteit, maar ook je zelfvertrouwen ten goede komen. Het proberen waard dus.