Gen Z maakt tweedehands hip
Tweedehandskleding is weer ‘in’, zeker bij jongere generaties zoals Gen Z en de millenials. «Jongeren shoppen tweedehands om er uniek uit te zien en om zich af te zetten tegen fast fashion, maar ze dreigen de oorspronkelijke doelgroep van tweedehandszaken uit de markt te dringen», stelt Robine Horckmans (VUB) in haar thesis.
Tweedehandsgoederen zijn er al sinds de middeleeuwen, maar vooral de industrialisatie zorgde voor een nieuwe golf van tweedehandszaken. Door de massaproductie zagen mensen kledij als een wegwerpgoed. Om met die grote hoop textielafval om te gaan, werd naar nieuwe afvalbeheersystemen gezocht en zo ontstonden tweedehandswinkels. Het stigma rond tweedehandskleding komt dan ook door de associatie met de afgedankte, oude kledingstukken van de hogere klassen die dan werden aangekocht door de lagere klasse die zich geen nieuwe kledij kon veroorloven.
Rond dat stigma blijkt nu een verandering te komen. Sinds de jaren 80 is er al een dalende beweging in de koopkracht van de middenklasse, waardoor ook deze consumenten de tweedehandsmarkt betreden. Parallel is er ook een groeiend bewustzijn rond duurzaamheid, omdat steeds meer mensen op de hoogte zijn van de schadelijke effecten van fast fashion. Dankzij de toegenomen populariteit van tweedehands kopen in de middenklasse, verdwijnt dus ook het stigma dat errond bestond.
Lucky day
Vandaag wordt de groei van de tweedehandsmarkt vooral toegeschreven aan het jonge publiek. In één jaar tijd is de markt 25 keer sneller gegroeid dan de klassieke retailsector, wat voor een jaarlijkse omzet zorgt van 30 tot 40 miljard dollar. De reden voor die stijgende interesse? Die onderzocht Robine Horckmans aan de hand van twintig diepte-interviews met jongeren tussen de 18 en 30 jaar. Uit die interviews blijkt dat de redenen voor het tweedehands winkelen verschillen.
Veel jongeren shoppen tweedehands om unieke stuks te vinden. Door die ‘alternatieve’ kleding proberen ze zich te onderscheiden van de massa. De zoektocht naar hét unieke stuk lijkt bovendien op een schattenjacht dat voor velen culmineert in een euforisch gevoel. Ook het feit dat een kledingstuk een geschiedenis heeft vinden jongeren waardevol. Daarbovenop hebben tweedehandswinkels ook een genderneutrale gedaante. Geen dames- en herenafdeling, want alles hangt kriskras door elkaar. Ook niemand die raar opkijkt als je als jongen een rokje past, waardoor de drempel om de eigen genderidentiteit te verkennen verlaagd wordt.
Buycotting
Jongeren kopen niet enkel voor het eigen plezier bij tweedehands zaken. Ze hebben ook een achterliggende politieke agenda en doen aan buycotting. Aangezien ze zich bewust zijn van de klimaatproblematieken, willen jongeren via hun koopgedrag hun ecologische voetafdruk verkleinen. Hun motivaties hebben ook een ethisch luik. De fast fashion industrie is getekend door gevaarlijke werkomstandigheden, kinderarbeid en uitbuiting. Met tweedehands kopen proberen ze zo hun financiële steun aan de grotere winkelketens te minderen. Kleren recycleren is bovendien ook goed voor hun portefeuille. Hoewel geen van de geïnterviewde jongeren tweedehands shopte uit noodzaak, speelden de goedkopere prijskaartjes zeker ook een rol in hun keuze.
Niet alles is rozengeur en maneschijn
Robine wijst erop dat de toegenomen interesse in de tweedehandsmarkt niet enkel positieve gevolgen heeft. Naar oude gewoonte zullen de prijzen voor producten waar veel vraag naar is ook mee stijgen. Dit is vooral een probleem voor de oorspronkelijke doelgroep van de tweedehandsmarkt: zij die zich niets nieuws kunnen veroorloven. De middenklasse die winkelt met niet-financiële motieven dreigt dus zij die uit noodzaak shoppen uit de markt te dringen.
Daarbovenop trekken online verkopers door de populariteit van de markt nu ook naar tweedehandswinkels om er kledingstukken goedkoop aan te schaffen en dan aan duurdere prijzen door te verkopen. Op die manier wordt het initiële, sociale doel van tweedehandskledij ook uit het oog verloren.
De helft van de geïnterviewde jongeren is zich er niet van bewust. Ook Robine ontdekte de negatieve gevolgen per toeval via een sociale mediapost. Een oplossing hiervoor kon ze nog niet echt bedenken. «Er is zeker diepgaander onderzoek nodig om te zien hoe ver die negatieve gevolgen gaan, want daar is op dit moment niet genoeg data over. Maar het kan zeker geen kwaad om kritisch na te denken over je koopgedrag.»