∙ Zwart verenkleed, oranje snavel en oogrand. Eet graag fruit en bessen. Hupt met beide poten tegelijk.
∙ Vrouwtjes merel soms te verwarren met zanglijster.
∙ Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen.
∙ Voederplaats: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij.
∙ Korte dikke snavel. Mannetje met zwart rond oog maar bleke wang. Vrouwtjes bruin. Tsjilpend in groepjes.
∙ Door naam te verwarren met heggenmus, maar deze leeft nooit in groep.
∙ Voedsel: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.
∙ Voederplaats: op de grond, op de voedertafel, aan de voedersilo.
∙ Twee witte vleugelstrepen. Kruinveertjes vaak opgericht. Schuifelt kort over de grond.
∙ Te verwarren met keep maar die heeft witte stuitvlek (boven staart), vlekjes op de flank en een oranje borst en een witte buik.
∙ Voedsel: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.
∙ Voederplaats: op de grond, op de voedertafel, aan de voedersilo.
∙ Vaak op voedertafel, heeft een zwarte kopje en 'das'. Bij het mannetje is deze breder en langer. Niet schuw.
∙ Te verwarren met pimpelmees (deze heeft een blauw kruintje).
∙ Voedsel: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.
∙ Voederplaats: op de voedertafel, aan de voedersilo, opgehangen in bomen of struiken.
∙ Grootste duif met witte vlek in de nek en witte streep in de vleugels. Zoekt op de grond naar voedsel.
∙ Te verwarren met stadsduif (maar heeft niet dezelfde witte tekening)
∙ Voedsel: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.
∙ Voederplaats: op de grond, op de voedertafel, aan de voedersilo.
∙ Hangt graag aan vetbollen en pindanetje. Gele buik, blauw petje en zwarte oogstreep.
∙ Te verwarren met koolmees (deze heeft een zwart kruintje).
∙ Voedsel: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.
∙ Voederplaats: op de voedertafel, aan de voedersilo, opgehangen in bomen of struiken.
∙ Meestal alleen, kan fel uithalen naar andere vogels. Eet graag insecten, spinnetjes en andere kleine diertjes.
∙ Met niets te verwarren.
∙ Voedsel: universeel voer, bessen, meelwormen, maden en larven, ongekookte havermout.
∙ Voederplaats: op de grond, sneeuwvrij. Ook beschut onder heggen en struiken.
∙ Lijkt op kraai, maar kleiner met grijze nek en witblauwe ogen. Erg sociaal, vaak in groep. Zoekt op de grond naar voedsel.
∙ Te verwarren met zwarte kraai (deze is groter en volledig zwart).
∙ Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen.
∙ Voederplaats: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij.
∙ Zenuwachtig vogeltje met opstaande staart. Eet insecten, larven en spinnen dicht bij de grond.
∙ Gemakkelijk herkenbare soort.
∙ Voedsel: universeel voer, bessen, meelwormen, maden en larven, ongekookte havermout.
∙ Voederplaats: op de grond, sneeuwvrij. Ook beschut onder heggen en struiken.