Snurkers opgelet: Snurken heeft een negatieve invloed op je relatie volgens VUB-onderzoek
Snurken kan erg belastend zijn voor de gezondheid, maar ook je relatie kan onder druk komen te staan erdoor. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek aan de VUB van Miche De Meyer, kliniekcoördinator van de eenheid orofaciale disfuncties in het Gentse Jan Palfijn Ziekenhuis en wetenschappelijk medewerker slaapkliniek/longziekten in het UZ Brussel. Ze pleit voor meer sensibilisering richting de partner: «De bedpartner moet mee betrokken worden bij het oplossen van het snurkprobleem.»
De Meyer doet voor het eerst een poging om het fenomeen objectief te definiëren. Naar schatting de helft van de volwassen bevolking wereldwijd snurkt in min of meerdere mate, al dan niet met gevaarlijke onderbrekingen van de ademhaling of apneus en de bijhorende gezondheidsrisico’s als cardiovasculaire aandoeningen, obesitas, vermoeidheid en concentratieproblemen.
Naar schattig vier miljard mensen tussen 20 en 80 jaar snurken. Voor België zijn de cijfers al even indrukwekkend: naar schatting 2,65 miljoen Belgen tussen 18 en 65 jaar oud zijn snurkers.
35 tot 55 decibel
Omdat de gemiddelde mens ongeveer een derde van zijn bestaan al slapend doorbrengt en in bijna 60 procent van die slaap met iemand zijn of haar bed deelt, wordt het belang van het snurken volgens onderzoekster De Meyer schromelijk onderschat. «Het probleem met de data over snurken is dat er geen geobjectiveerde cijfers zijn en dat niemand ooit de moeite heeft genomen om het snurken precies te definiëren», zegt De Meyer. «Met mijn doctoraat wilde ik op zijn minst die leemte vullen.»
De Meyer bestudeerde daarvoor het akoestisch aspect van het snurken. «Iemand die rustig in- en uitademt produceert ongeveer 25 tot 30 dB. Een gemiddelde snurker gaat makkelijk boven de 35dB en bij waarden van 55 dB is er sprake van serieuze geluidsoverlast, niet voor de snurker welteverstaan, maar voor de persoon die er het bed mee deelt.»
Kwalijke gevolgen voor relatie
Snurkgeluid wordt als zeer vervelend ervaren omdat het langdurig en luid is. Hierdoor grijpt de bedpartner vaak naar slaapmiddelen of trekt hij/zij naar een andere kamer, met alle kwalijke gevolgen voor de relatie of voor de eigen gezondheid.
De Meyer stelt zich de vraag waarom snurken in de eerstelijnszorg zo weinig wordt gediagnosticeerd. «We moeten veel meer sensibiliseren richting de bedpartner. De vraag voor de snurker zelf is simpel: snurk je en ben je overdag moe? Als het antwoord twee keer ja is, dan is er een probleem.»
De snurkpandemie
Snurken neemt volgens De Meyer pandemische proporties aan, met enorme consequenties voor de algemene gezondheid van de snurkers en hun slaappartners. «Internationaal geldt dat snurkers die vijftien apneus of ademstoppen per nacht doen, een problematische vorm van snurken vertonen. Eigenlijk moet die norm naar beneden, tot vijf apneus of minder. Bovendien focussen de meeste therapieën op het openhouden van de luchtwegen, met vaak gehinderde slaap voor gevolg. Uit mijn onderzoek blijk dat het gebruik van een mondapparaat, een vrij recente techniek, effectief is voor het verminderen van apneus maar nog verder moet worden onderzocht in zijn effect op snurken specifiek. Bovendien moet er meer moeite worden gedaan om snurken bespreekbaar te maken en kan best van meet af aan de bedpartner mee bij het oplossen van het snurkprobleem betrokken worden.»