Vijf verrassende gezondheidsvoordelen van gematigd (!)bier drinken
Een koud biertje ongezond? Hangt ervan af hoeveel je drinkt. Drink met mate of alcoholvrij en profiteer van de verrassende gezondheidsvoordelen van bier. Proost.
Neem dit artikel met een knipoog. We gaan je echt niet vertellen dat je meer moet drinken, maar er zitten wel degelijk aangetoonde gezondheidsvoordelen aan bier.
Voordat je uit enthousiasme een heel krat bier overmeestert: de gezondheidsvoordelen gelden wel alleen voor matige alcoholconsumptie. Wat dat precies betekent, lees je hier. En onthou: alcoholvrij of laag in alcohol is tegenwoordig even lekker.
1. Gezonde ingrediënten
Bier bestaat voor 90 procent uit water, oplosbare vezels, sporen van ijzer, magnesium, fosfor, kalium, natrium, zink, koper, mangaan, selenium, fluoride en silicium. Daarnaast bevat bier een uniek antioxidantprofiel, waarvan het grootste deel afkomstig is van mout en hop. De samenstelling van al deze gezonde ingrediënten varieert trouwens per biersoort.
2. Lager cholesterolgehalte
Verkalkte aderen waar het bloed moeizaam doorheen stroomt: daar zit niemand op te wachten. Slecht cholesterol is een sluipmoordenaar, maar dat kunnen we bevechten met een lekker koud biertje. Volgens een studie van de American Heart Association bestaat er een link tussen gematigd drinken en een langzamere afbraak van het goede cholesterol. Zeg maar de variant die het teveel aan slechte cholesterol naar de lever afvoert, waar het vervolgens wordt afgebroken.
3. Minder risico op diabetes type 2
Meerdere studies tonen aan dat het drinken van alcohol (dus ook alcoholrijk bier) de kans op diabetes type 2 met zo’n 30 procent verlaagt. Het gaat hier trouwens wel om matige consumptie van alcohol. Voor zware drinkers geldt namelijk dat zij meer risico lopen op diabetes type 2.
4. Stevige, gezonde botten
Sterke botten, dat willen we allemaal. Bier bevat voedingssilicium, dat belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van botten en bindweefsel.
5. Verbeterde cognitieve gezondheid
Verscheidene onderzoeken naar Parkinson suggereren dat licht tot gematigd drinken leidt tot een minder snelle cognitieve aftakeling dan bij niet-drinkers en stevige drinkers.