Zijn mannen aanstellers, of bestaat de ‘man flu’ echt?
Je kent het wel: manlief ligt in bed met een licht griepje, maar toch klaagt hij alsof hij nog vier weken te leven heeft en vergaat van de pijn. De grote boosdoener zou de ‘man flu’ (mannenkoorts) zijn, ofwel de mythe dat mannen meer pijn voelen wanneer ze een ziekte zoals de griep hebben. Daarom voor eens en voor altijd: is de ‘man flu’ een fabeltje en zijn mannen watjes, of hebben ze een punt?
Voelen mannen wel degelijk meer pijn bij een ziekte zoals de griep of corona? Het internet staat vol van gevallen van ‘man flu’ waarbij al eens lacherig wordt gedaan over mannen die steen en been klagen bij een doodnormaal griepje en hun symptomen overdrijven. Zelfs het woordenboek van Oxford definieert ‘man flu’ als «een verkoudheid of soortgelijke kleine kwaal zoals ervaren door een man die wordt beschouwd als overdrijven van de ernst van de symptomen». Met andere woorden: de venten stellen zich aan. Maar volgens wetenschapsexpert Martijn Peters zijn de klachten van de mannen niet helemaal uit de lucht gegrepen.
Testosteron is boosdoener
Beginnen bij het begin: mannen hebben over het algemeen meer testosteron dan vrouwen, die dan weer op hun beurt meer oestrogeen aanmaken. Beide hormonen hebben een totaal andere werking op ons immuunsysteem. Oestrogeen versterkt het immuunsysteem, maar testosteron zwakt het net actief af. «Dat hormoon stimuleert de spieren en botmassa, wat praktisch is als je meer risicovol gedrag vertoont. Maar de keerzijde is dat het ook het immuunsysteem verzwakt», aldus Peters in Het Laatste Nieuws.
En dat is eigenlijk de hele clue van het verhaal, «want hoe beter de respons, hoe meer de ernst van de griep vermindert», is de logische conclusie van Peters. Vrouwen hebben dus een betere defensie tegen kwalijke virussen. Dat heeft heel wat gevolgen. Mannen vertonen over het algemeen meer en zwaardere symptomen, hebben langer nodig om te herstellen en komen vaker in het ziekenhuis terecht. Luguber detail: mannen sterven ook vaker aan de griep dan vrouwen, schrijft dokter Kyle Sue in The British Medical Journal. «Tot slot kunnen ze ook slechter interpreteren hoe hun lichaam aanvoelt. Daardoor hebben beide geslachten waarschijnlijk andere tolerantiedrempels voor hun ziektesymptomen», aldus Peters.
Volgens sommige experten heeft het verschil in immuunreactie wortels in onze prehistorische rollen, schrijft dokter Robert Shmerling op de blog van Harvard University. De man is zo geëvolueerd om in zijn rol als jager-verzamelaar langdurige rust te nemen als hij ziek werd. Zo kon hij energie sparen en roofdieren ontwijken. In een moderne context zijn dat vrij nutteloze voordelen, maar het evolutionaire verschil is dus nog steeds zichtbaar.
Groter hersendeel
Het is daarbovenop niet het enige verschil tussen mannen en vrouwen op vlak van ziekteverwerking. Het preoptische gebied in de hersenen is groter bij mannen dan bij vrouwen. En laat dat nu net het hersendeel zijn dat koorts veroorzaakt bij ontstekingsziekten. En dan nog zijn we er niet. Zo hebben de afweercellen van mannen voor bepaalde ziektekiemen actievere receptoren, wat tot een zieker gevoel kan leiden. Kortom: mannen zijn nu eenmaal gevoeliger voor virussen zoals de griep.
Een kleine voetnoot: zowel dokters Sue als Shmerling, als wetenschapsexpert Martijn Peters verklaren dat er nog veel onderzoek nodig is om deze hypothese grondig te bewijzen. Maar de indicaties zijn alvast overtuigend: de ‘man flu’ bestaat echt, en is geen fabeltje. Dus wanneer manlief hemel en aarde weer eens bij elkaar klaagt tijdens een griepje of zelfs een stevige verkoudheid, heeft hij daar misschien wel een goede (wetenschappelijke) reden voor. Ten slotte kan het volgens Sue gewoonweg gevaarlijk zijn om de klachten van mannen bij ziekte af te doen als ‘overdreven’: «Het stelt hen bloot aan onvoldoende zorgverlening», klinkt het.