CHECK-IN. Duisburg: voor liefhebbers van cultuur met een rauw randje

De Berlijnse Brandenburger Tor, de Hamburgse Haven, de Münchense Marienplatz, de dom van Keulen ... Wie citytrippen in Duitsland zegt, denkt meteen aan de grote steden en hun imposante bezienswaardigheden. Maar dat het voor cultuurliefhebbers loont om de platgetreden paden af en toe te verlaten, toont ook Duisburg, een stad aan de rand van het Ruhrgebied die er alles aan doet om haar moeilijke verleden in een innovatieve toekomst om te buigen.

door
Nina van den Broek
Leestijd 5 min.

Doet Duisburg als toeristische trekpleister niet meteen een belletje rinkelen? Dat kunnen we je gerust vergeven. Tegenover de grote Duitse miljoenensteden kan Duisburg, een stad die met een inwonersaantal van grofweg een half miljoen qua grootte nochtans ook niet te onderschatten valt, nog niet op. Bovendien heeft Doesburg, zoals het lokaal zo mooi van de tongen rolt, de nodige dosis pech en onheil gekend. Eerst kwamen de Vikingen de boel plunderen en platbranden, vervolgens verloor de heropgebouwde stad haar levensader, de Rijn. Maar Duisburg hield zich overeind, om in de 18e en 19e eeuw helemaal te floreren als industriestad. Dat ging goed, tot ene A. Hitler de wereld in een wurggreep hield. De geallieerden wilden de nazi’s maar al te graag raken waar het pijn deed, en dus werd Duisburg, als belangrijke industrie- en transportstad, plots hét doelwit van de bommenwerpers. Uiterst treurig resultaat: de totale verwoesting.

We gaan er dus ook geen doekjes om winden: voor architecturale pracht van het antieke soort moet je vandaag niét in Duisburg zijn. In tegenstelling tot sommige andere belaagde steden bleef er in Duisburg bijna geen historisch monument overeind. En het weinige dat er nog wel staat, draagt de sporen van destructie zichtbaar mee: de ooit belangrijke Salvatorkerk aan de Oude Markt is onthoofd, de torenspits door een bom eraf geblazen, en zwartgeblakerd. Uit de ruïnes van de stad herrezen veelal generieke flatgebouwen van het ouderwetse soort en ook: gigantische winkelcentra. Ieder z’n meug, maar voor een verzameling kledingketens en ongezellige eettentjes hoeven wij niet per se de grens over.

Musea, musea en nog eens musea

Gelukkig heeft Duisburg meer dan genoeg te bieden om wel de trip naar het Ruhrgebied te maken. In de eerste plaats: musea. In de stad van beeldhouwer Wilhelm Lehmbruck en Gerhard Mercator - iedereen welbekend als Vlaming, jawel, maar eentje die in de tweede helft van zijn leven een nieuwe thuis vond in Duisburg - zijn zowel kunstmusea als historische musea ruim vertegenwoordigd. Wij bezochten het Lehmbruck Museum, dat vertrekt vanuit het expressionisme van geboren en getogen Duisburgenaar Wilhem Lehmbruck, maar verder ook een indrukwekkende collectie (inter)nationale kunst herbergt. Je vindt er werken van Käthe Kollwitz, Constantin Brâncusi, Salvador Dalí, René Magritte, Henry Moore, Niki de Saint Phalle en de belangrijkste Duitse collectie van Alberto Giacometti. Bovendien is al dat moois te bewonderen in een architecturaal pareltje van de hand van Lehmbrucks zoon: een betonnen laagbouw die door middel van een fantastisch gebruik van glaspartijen één wordt met de groene omgeving van het park.

Qua oogstrelend gehalte hoeven de twee andere door ons bezochte museau echter niet onder te doen. Het DKM museum ligt verscholen achter een alledaagse gevel die je pardoes voorbij zou lopen. Pech voor wie achteloos passeert, want achter die gevel ligt een museum van vijf verdiepingen met een uiterst gevarieerd aanbod. Onder rode draad ‘Lines of Quiet Beauty’ combineert de permanente tentoonstelling, een private collectie, modern werk met stukken van wel 5.000 jaar oud uit Oost-Azië, Ghandara, Iran en het oude Egypte. Pronkstuk is een bijna 1 meter hoog Boeddhahoofd uit de Qi-dynastie, maar ook werk van bijvoorbeeld Ai Weiwei vult de soms prachtig vormgegeven ruimtes. Extra punten voor het DKM museum: het probeert de (ietwat verpauperde) buurt zin te doen krijgen in kunst door onder andere workshops voor scholen te organiseren.

Geschiedenis meets toekomst

En dan is er nog de trots van de stad: Museum Küppersmühle, vlakbij de bruisende binnenhaven van Duisburg. Als een van de grootste particuliere musea in Duitsland is het MKM Museum Küppersmühle een echte publiekstrekker voor al wie van hedendaagse kunst houdt, met in de collectie onder meer werken van Anselm Kiefer en Gerhard Richter. Bovendien werd het MKM recent nog uitgebreid met Duitse en Europese naoorlogse kunst: een rauwe collectie die in je ziel kerft, maar die je gezien moét hebben. Ook hier is het museumgebouw an sich al voldoende reden om een bezoekje te brengen, want de Zwitserse architecten Herzog & de Meuron toverden een oud pakhuis om tot een ruimte waar je mond van openvalt, met de gigantische oude graansillo en het trappenhuis als hoogtepunt.

Het MKM doet zo wat veel plekken in Duisburg een beetje trachten te verwezenlijken: hun industrieel verleden niet op de schroothoop van de geschiedenis gooien, maar koesteren en integreren in het heden. Het beste en meest indrukwekkende voorbeeld van die aanpak is het Landschaftspark Duisburg-Nord, een oude staalfabriek getransformeerd tot openbaar park/museum. Op dit domein van zo’n 180 hectare, door The Guardian meer dan terecht bestempeld als een van de mooiste stedelijke oases ter wereld, voél je de verschroeiende hitte vanuit de hoogovens van weleer bijna nog langs je huid, maar tegelijk ademt het hier toekomst. Terwijl we de oude hoogovens beklimmen, gebruikt een kwieke senior de trappen en stalen constructies als zijn gratis fitness, eens boven geniet een andere Duisburgenaar met een drankje in de hand samen met ons van het uitzicht. In de zomer wordt hier gefietst, geklommen, film gekeken in de openluchtcinema en zelfs gedoken in een oude opslagruimte! Dit is een park voor mensen, door mensen: een plek waar mensen zich vroeger afbeulden om Duisburg rijkdom te schenken, en die nu wordt teruggeven aan hun nazaten.

Prachtig dat Landschaftspark Duisburg-Nord: een geslaagd project waar de rest van Duisburg, een stad in volle rebrandingsmodus, hopelijk een voorbeeld aan kan nemen - zonder in de kwalijke gentrificatieval te trappen. De kunstinstallatie Tiger and Turtle, een soort bewandelbare rollercoaster, vat het allemaal nog eens mooi samen: vanop de hippe Instagramable constructie heb je een geweldig zicht op Duisburgs industrieel gebied, en zo vloeien twee werelden weer helemaal samen. Fans van cultuur met een rauw randje aan, rep je daarheen en help Duisburg weer helemaal opbloeien!

Adresjes in Duisburg

Wij sliepen in: Intercity Hotel Duisburg

Wij lunchten bij: Café Museum

Wij dineerden bij: Webster Brauhaus

Must see’s:

- Lehmbruck Museum

- DKM Museum

- Museum Küppersmühle

- Landschaftspark Duisburg-Nord

- Tiger and Turtle