Georges Gilkinet (Ecolo)over toekomst NMBS: «De komende drie jaar zullen er geen stations verdwijnen»
In het kader van de Week van de Mobiliteit mocht Metro exclusief samenzitten met federaal minister van mobiliteit Georges Gilkinet. De ideale gelegenheid om een boom op te zetten over de huidige situatie van de NMBS en vooral over de verbeteringen en veranderingen die de reizigers en pendelaars de komende maanden en jaren mogen verwachten.
Dag minister. De reizigers hebben deze zomer nog mogen vaststellen dat niet alle treinen uitgerust zijn met airco. Wanneer bent u van plan om daar iets aan te doen?
Georges Gilkinet (foto rechts): «Het doel is om alle treinstellen die geen airco hebben binnen de tien jaar buiten gebruik te stellen. Op dit moment gaat het om zowat 20% van de treinen. Ik heb het deze zomer zelf meegemaakt in de trein tussen Brussel en Namen, en ik kan je verzekeren dat het ook voor mij als minister geen aangename ervaring was. Als we willen dat de mensen meer gebruikmaken van de trein, dan is één van de voorwaarden dat de NMBS een comfortabele reis kan aanbieden. Daar werken we naartoe. Alleen kun je niet alles van de ene dag op de andere veranderen. Maar we zijn de situatie dus aan het bijsturen. We zitten in een positieve spiraal, al kost het tijd om alles te implementeren.»
Wanneer mogen we de bestelde nieuwe treinen op de sporen zien?
«Er rijden al 300 dubbeldektreinen van de jongste generatie rond, de M7. Dat komt neer op zowat twee vijfde van de 751 stellen die we in totaal besteld hebben. Die wagons zijn allemaal volledig uitgerust met airconditioning en zijn 100% toegankelijk. Ze hebben meer ruimte voor fietsen en kinderwagens en ook stopcontacten om mobiele telefoons en laptops op te laden. De volgende leveringen zijn gepland tussen juli 2024 en december 2026. We willen met de NMBS onszelf op de kaart zetten als een van de beste Europese spoorwegmaatschappijen. De leveringen zullen uiteraard mondjesmaat gebeuren. Het is niet de bedoeling om de nieuwe treinen allemaal in één keer in dienst te nemen.»
De stiptheidscijfers waren in de eerste helft van het jaar rampzalig. Slechts 87,6% van de treinen was op tijd of had minder dan 6 minuten vertraging. Kunnen die slechte resultaten gevolgen hebben voor de NMBS, met name voor de financiering?
«We hebben op een aantal vlakken doelstellingen vastgelegd in het kader van het nieuwe contract voor openbare dienstverlening en het Performance Agreement van de NMBS en Infrabel. Stiptheid maakt daar ook deel van uit. Daar hoort ook een ongezien punt bij: een deel van de financiering is afhankelijk van hun stiptheidsresultaten. Het is een echte stimulans voor de hele besluitvormingsketen om de prestaties op het vlak van stiptheid te verbeteren, omdat er extra middelen aan vasthangen die geïnvesteerd kunnen worden.»
Hoe hoog mikt u? Wat zijn de doelstellingen qua stiptheid van de NMBS?
«Het zijn doelstellingen die evolueren aangezien we ons op het vlak van uitrusting en infrastructuur op een traject van herfinanciering bevinden. Hoe dichter we bij het einde van het contract komen, hoe scherper de stiptheidsvereisten zullen zijn. De NMBS zal effectief gemakkelijker de stiptheid garanderen wanneer ze over gloednieuw materiaal beschikken. Het nieuwe contract voorziet qua stiptheid percentages van 90% voor 2023, 90,6 % voor 2027 en 91% voor 2032.»
Enkele maanden geleden werd een proefproject rond treinstellen met een stille zone gelanceerd. Wordt het verlengd?
«Dat was één van de eerste dingen die ik voorstelde toen ik minister van mobiliteit werd. Ik vond dat de NMBS moest innoveren en nieuwe voorstellen doen. Bepaalde reizigers zijn vragende partij om in stilte te kunnen reizen, andere hebben zin om te kaarten op weg van hun werk naar huis. Beide opties verdienen evenveel respect. Dus hebben we dat pilootexperiment gelanceerd, en ik heb enorm veel positieve feedback gekregen. Die stille zones zullen we nu ook systematisch opnemen in de nieuwe M7-treinstellen. We zijn dus van plan om het project uit te breiden.»
Zitten er prijsstijgingen aan te komen?
«Het contract voor openbare dienstverlening van de NMBS omvat altijd al een jaarlijkse aanpassing van de tarieven volgens de inflatie. Dat gebeurt automatisch [wat dus betekent dat we begin 2024 een stijging van de tarieven mogen verwachten, nvdr.]. Tegelijkertijd hebben we een nieuw tariefschema uitgewerkt dat in 2024 of begin 2025 in voege treedt, en daarin voorzien we echt preferentiële en voordelige tarieven tijdens de daluren. Er komt met name een tariefverlaging voor alle jongeren tot 26 jaar, maar ook voor alle ouderen, zonder tijdsbeperking en ook voor kortere afstanden. We zullen ook kortingen aanbieden die je kunt combineren. Als jongere die de trein neemt tijdens de daluren, zul je recht hebben op een dubbele korting.»
Het nieuwe vervoersplan voorziet ook bijkomende treinen die ’s avonds later zullen rijden. Vanaf wanneer zullen de reizigers daarvan kunnen profiteren?
«De eerste extra treinen zullen rijden vanaf december 2023, wanneer het vervoersplan van kracht wordt. Dat is nog een grote vernieuwing. We willen meer treinen laten rijden en het aanbod uitbreiden met gemiddeld één uur vroeger ’s ochtends en één uur later ’s avonds. Maar in de buurt van de steden zal er op vrijdag en zaterdag een dienstverlening zijn tot 2 uur ’s nachts. Dat zal de veiligheid op de weg verbeteren maar ook het culturele leven en de economische ontwikkeling bevorderen, met name in de Brusselse horeca.»
Moeten we ons zorgen maken dat bepaalde kleine stations zullen sluiten?
«Het vervoersplan geldt voor drie jaar, en er zullen in die periode geen stations verdwijnen. Die discussie heeft voor de nodige spanning gezorgd tussen mij en het directiecomité van de NMBS, dat voorstelde om een twintigtal stations op te doeken. Uiteindelijk hebben we besloten om er geen enkele te sluiten. Ik wil liever nieuwe haltes creëren waar dat nodig is, bijvoorbeeld in de buurt van nieuwe wijken of industriegebieden. Dat staat ook in de planning voor de komende maanden en jaren. We hebben al enkele van die locaties bepaald, zoals het station Braine-Alliance in Eigenbrakel in Waals-Brabant, een nieuw station in Ukkel en ook in Vivegnis in de streek van Luik. Maar dat is net zoals een nieuwe trein kopen: het lijkt eenvoudig, maar je moet een nieuw perron bouwen en de bewegwijzering aanpassen. Dat vraagt tijd. Maar ik heb in het nieuwe contract voor openbare dienstverlening de procedures laten opnemen om nieuwe haltes aan te leggen. Ook in Vlaanderen.»
En hoe staat het intussen met het GEN-project, het Gewestelijk ExpresNet in en rond Brussel?
«Het GEN lijkt een beetje zoals het monster van Loch Ness, maar we zijn er vandaag al voor 80%. We hebben de frequentie van de treinen naar Brussel al gevoelig opgedreven. Nu moeten we de werken tussen Brussel en Ottignies en tussen Brussel en Nijvel nog afwerken. Dat worden allebei verbindingen met vier sporen. We moeten afmaken wat we opgestart hebben, en we beschikken over alle middelen om de werken van het GEN-project af te ronden tegen het einde van de volgende legislatuur. Maar dat zal dus nog wat tijd vergen, want het is een groot project en we kunnen natuurlijk niet al het spoorverkeer een jaar lang stilleggen om drie jaar werk te besparen. Dat is ondenkbaar.»
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be