SOUNDCHECK. Tin Fingers lanceert langverwachte debuutplaat: «Ik heb heel weinig vrienden zonder ‘fucked up dad’»

Tin Fingers zijn de new kids on the block in de Belgische muziekscene, al dateert hun eerste EP al van 2017. Na een lang rijpingsproces verschijnt vandaag debuutplaat ‘Groovebox Memories’, en neem het van ons aan: het was het lange wachten volledig waard. Metro sprak met frontman Felix Machtelinckx. «In de vluchtigheid van vandaag vind ik het interessant om je tijd te nemen.»

door
Quentin Soenens
Leestijd 5 min.

Dag Felix. Er zit een onbestemd gevoel van nostalgie vervat in het debuutalbum. Is dat een verklaring voor de albumtitel?

Felix Machtelinckx: «Ik ben blij dat je dat zegt, want de plaat is eigenlijk één en al nostalgie. De kiem van onze muziek ligt in donkere, weemoedige folk. Op een bepaald moment zijn we met die groovebox beginnen werken. Het ging toen niet goed met Tin Fingers: deels door corona, en ook omdat de debuutplaat al een hele tijd lag te rijpen. Die groovebox was de lijm die de aparte songs aan elkaar linkte. Het heeft ons uit het slop getrokken. Plots was er samenhang.»

Wat zijn de voornaamste thema’s doorheen de plaat?

Machtelinckx: «Het zijn vrij persoonlijke dingen, er is niet echt een verhaal of overkoepelend thema. Eerder gevoelens die ik heb of heb gehad. ‘Song for Sons with a Fucked up Dad’ spreekt een beetje voor zich. Ik ken heel weinig vrienden van mij die géén heel vreemde relatie hebben met hun vader of ‘fucked up dad’ hebben.»

Die song is autobiografisch?

Machtelinckx: «Mijn vader heeft zich op vrij jonge leeftijd van het leven beroofd, dus deels wel. Hij was niet per se een slechte vader, maar past wel in een bepaalde categorie van ‘fucked up’ zijn.»

«Het nummer ‘Cross’ heb ik geschreven voor mijn grootvader toen hij gestorven was. Hij wreef voor het slapengaan altijd een kruisje met zijn dikke duim op mijn voorhoofd. ‘God zegene en beware u’, prevelde hij dan. Die song paste in het verwerkingsproces.»

In het geweldige ‘Wish’ treur je: «I wish I was born in the past». Ben je in het verkeerde tijdvak geboren?

Machtelinckx: «Ik was liever in de sixties geboren, toen de muziek on a rise was en er nog kansen waren. ‘Ah gij maakt muziek? Hier is 10.000 euro’: zo’n dingen. Tegenwoordig moet je je act heel goed kunnen verkopen: ik vind al die promo niet zo interessant om te doen.»

«Wij zijn allemaal oude zielen. We voelen ons niet op onze plek in onze eigen tijd; da’s heel ambetant maar tegelijk ook wel leuk. Vandaar dat we teruggrijpen naar oude synthesizers en oude gitaren. Die geven onze sound kleur mee. We gebruiken overigens ook echt synths uit de eighties, net als ouwe grooveboxes en samples van oude drumcomputers.»

Tin Fingers lanceerde zijn eerste EP in 2017, pas nu komt het langspeeldebuut uit. Waarom is daar zo veel tijd over gegaan? Om de spanning op te bouwen?

Machtelinckx: (lacht) «Nee, Dat was niet met voorbedachten rade. Na ons optreden op Pukkelpop hadden we een schrijfperiode ingelast, waarin ik een jaar lang heel actief songs op papier heb gezet. Maar er zit zoveel druk op een debuutplaat – druk die we onszelf ook opleggen, want je maakt die debuutplaat maar één keer. Bovendien is in die periode een bandlid gestopt. Toen ben ik een plaat voor Arsenal beginnen schrijven om mijn gedachten te verzetten. Na corona hebben we elkaar met Tin Fingers teruggevonden, en dat voelde als een nieuw vlammetje. Op die vibe hebben we de debuutplaat dan afgewerkt.»

Vanwaar de keuze om plots de pauzeknop in te drukken bij Tin Fingers en bij Arsenal aan de slag te gaan?

Machtelinckx: «Bij Tin Fingers maakte ik een creatieve dip door. Soms bots je op een muur en moet je uitzoomen. Bij ons is die creatie heel afhankelijk van onze samenhang en de vibe: als die niet goed zit, kunnen we de plaat niet tegen onze goesting afwerken.»

Maakt dat lange rijpingsproces het album sterker?

Machtelinckx: «Ik kan niet echt oordelen over mijn eigen materiaal, maar dat zou zeker een verklaring kunnen zijn. In de vluchtigheid van vandaag vind ik het interessant om je tijd te nemen en jezelf vragen te stellen: ‘Wat wil ik doen? Wil ik zoals iedereen klinken of wil ik iets nieuws uitproberen?’»

Volgende week zaterdag speelt Tin Fingers twee (reeds uitverkochte) shows met Arsenal op Werchter Parklife.

RECENSIE ‘Groovebox Memories’ *****

De Antwerpse band Tin Fingers timmert sinds 2017 langzaam aan de weg. Met slechts één EP achter hun naam stonden Felix Machtelinckx en co in 2018 op Pukkelpop, en ook de Ancienne Belgique heeft geen geheimen meer voor hen. Een langspeeldebuut drong zich op, en die is nu eindelijk een feit. De dromerige opener die de intrigerende titel ‘Song for Sons with a Fucked up Dad’ draagt, kan meteen betoveren. De synthesizerakkoordjes die een kinderlijke onschuld evoceren, in combinatie met weemoedige klieders elektrische gitaar die echoën op de melodie: het water stroomt ons in de mond. De vintage popsound die Tin Fingers belijdt is allerminst vrijblijvend: de band heeft de sound geadopteerd als deel van zijn identiteit, en daar vloeien verdomd goeie songs uit voort. Uitschieter ‘Wish’ is een heerlijke eightiesknaller die baadt in melancholie. Die bliepjes en effecten van arcade games uit een vervlogen tijdperk zijn meer dan een gimmick: ze zijn perfect ingebed in het verhaal van Tin Fingers. «I wish I was born in the past», verzucht Machtelinckx. Troost je, Felix: alles komt terug – ook de eighties. ‘Privacy’ ontbolstert langzaam naar een elegant hoorspektakel, drijvend op strijkers en slome percussie. ‘Groovebox Memories’ is een ijzersterk, perfect uitgebalanceerd langspeeldebuut, waarmee Tin Fingers het Belgische indiecircuit in één klap verrijkt met een retrosound zoals geen Belg het hen ooit voordeed. «Call me, July», klinkt het op ‘July’. Juli mag ons zeker ook opbellen als-ie voor de deur staat, want we zijn razend benieuwd hoe deze plaat live klinkt. Volgende week zaterdag staat Tin Fingers op de weide van Werchter voor Werchter Parklife. Nog maar acht keer slapen. (qs)