Gepresenteerd door Native

Tijd voor meer ‘eigen kweek'!

De maatregelen die genomen werden om de COVID-19-pandemie in te dijken leggen de pijnpunten bloot van ons wereldwijde voedselsysteem. De lange toeleveringsketens geraakten volledig verstoord. Tegelijk werden ook de oplossingen zichtbaar. Mensen (her)ontdekten het plezier van moestuinieren en koken, de korte keten floreerde als nooit tevoren en mensen en gemeenschappen die in hun eigen voedsel voorzien bleken minder kwetsbaar dan anderen. De pandemie is een wake-up call om dringend ons voedselsysteem te veranderen, het veerkrachtiger, diverser en lokaler te maken.

Je kan de laatste maanden geen krant meer openslaan zonder op een artikel te stoten over landbouw. Of het nu gaat over het stikstofprobleem dat veroorzaakt wordt door de grootschalige intensieve veeteelt in Vlaanderen, de bosbranden in Brazilië om land vrij te maken voor grootschalige sojateelt (om onze intensieve veeteelt te voeden) of de slechte werkomstandigheden van de tomatenplukkers in Italië, telkens is duidelijk dat de agro-industrie de natuur en de mens niet ontziet in het streven naar alsmaar meer en groter. Boeren zitten vaak gevangen in dit systeem.  Het globale voedselsysteem is goed voor 1/3 van de uitstoot van broeikasgassen. Ironisch genoeg is landbouw ook een belangrijk slachtoffer van klimaatverandering. De COVID-19 pandemie legde nog andere zwakheden van het systeem bloot.

De internationale handel in landbouwproducten werd zwaar verstoord door het sluiten van grenzen,  de horeca en het grotendeels stilleggen van het sociale leven. Afrikaanse boeren, gespecialiseerd in tuinbouwproducten zoals boontjes, tomaten of bloemen, bleven met hun producten zitten toen het luchtruim sloot en bestellingen werden geannuleerd. Maar ook de cacaoboeren geraakten hun bonen niet meer kwijt bij gebrek aan vraag op de wereldmarkt. Onze boeren zagen de vraag naar frietaardappelen verdampen, door de sluiting van (fastfood)restaurants wereldwijd.

Tegelijkertijd ontkiemden talrijke alternatieven. De pandemie heeft ons de waarde en het belang van veerkrachtige en diverse lokale voedselsystemen laten zien. Mensen en gemeenschappen die hun eigen voedsel produceren bleken veel minder kwetsbaar dan mensen die voor hun voeding afhankelijk zijn van de (super)markt. Boeren die hun producten via lokale markten en korte ketens verkopen, werden minder getroffen door de lockdown maatregelen dan degenen die op de wereldmarkt actief zijn. Boeren die voedsel produceren in samenwerking met de natuur en werken zonder kunstmest en pesticiden, maar met eigen zaaigoed en compost, konden telen op het ritme van de seizoenen, ongehinderd door falende toeleveringsketens.

Consumenten (her)ontdekten het plezier van thuis klaargemaakt voedsel en waardeerden verse, gezonde en lokale producten. Boeren en hun organisaties ontwikkelden snel manieren voor thuisbezorging op basis van digitale technologieën. Overal ontstonden nieuwe initiatieven waarbij rurale gemeenschappen de nabijgelegen steden van vers voedsel voorzagen, voor een eerlijke prijs. De alternatieven verschillen naargelang de plek op aarde waar ze ontstonden, maar ze hebben een aantal kenmerken gemeen. Ze zijn gebaseerd op duurzame, veerkrachtige landbouwpraktijken met respect voor natuur en biodiversiteit. Boeren produceren tegen faire prijzen voor de lokale markt en versterken de lokale economie. Talloze groepen bewezen het voorbije jaar dat het anders kan, dat het werkt. Gaan we straks verder op de ingeslagen weg? https://broederlijkdelen.be/nl/impact/themas/recht-op-voedsel