Vlaamse leerlingen gaan sterk achteruit voor begrijpend lezen
Op het vlak van begrijpend lezen zijn Vlaamse leerlingen er de laatste jaren opnieuw sterk op achteruitgegaan. Ten opzichte van 2006 hebben ze een leesachterstand opgelopen van tien maanden, blijkt dinsdag uit internationaal onderzoek. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) noemt de cijfers «dramatisch».
De resultaten komen uit het PIRLS-onderzoek ("Progress in International Reading Literacy Study"), dat om de vijf jaar in tientallen landen bestudeert hoe kinderen uit het vierde leerjaar presteren op het vlak van begrijpend lezen. In Vlaanderen namen in de lente van 2021 meer dan 6.700 leerlingen uit 189 scholen deel aan het onderzoek.
Alarmerend
Net als bij de vorige metingen daalt het niveau van begrijpend lezen alarmerend. Zo haalt zes procent van de leerlingen het laagste leesniveau niet, een verdubbeling ten opzichte van 2016 en een verzesvoudiging ten opzichte van 2006. Ook de groep gevorderde lezers is zeer klein (3 %) en is meer dan gehalveerd tegenover 2006 (7%). In 2006 haalde verder nog bijna de helft (49%) een hoog niveau van lezen, nu is dat nog slechts 29%. «Vooral de zwakste leerlingen zijn er nog zwaar op achteruit gegaan en delen het sterkst in de klappen», onderstrepen de onderzoekers van de KU Leuven en de UGent, die het onderzoek in Vlaanderen voerden.
Top 3 in achteruitgang
Vlaamse leerlingen halen gemiddeld nog een score van 511 punten voor begrijpend lezen, waarmee Vlaanderen gelijkaardig scoort als onder meer Malta, Frankrijk, Servië, Cyprus en Albanië. Op vijftien jaar tijd verloren de Vlamingen maar liefst 36 punten, enkel Nederland en Finland zijn nog sterker achteruitgegaan. Bovenaan de ranglijst staan landen als Singapore, Hong Kong en Rusland, maar ook meerdere Europese landen, zoals Finland, Polen, Zweden, Denemarken, Noorwegen, Italië, Oostenrijk, Nederland, Duitsland en Spanje scoren significant beter op het vlak van begrijpend lezen. Wallonië doet het met een score van 496 punten dan weer nog minder goed dan Vlaanderen.
De coronacrisis en de bijhorende schoolsluitingen hebben volgens de onderzoekers zeker een invloed gehad op de resultaten in Vlaanderen, maar «corona was ook een factor in andere landen en daar daalt het niveau niet overal even sterk», aldus onderzoekster Katrijn Denies (KU Leuven). Er is vooral een grote stijging waarneembaar van het aantal leerlingen dat thuis nooit Nederlands spreekt. Wie de taal thuis niet of amper spreekt, scoort slechter, al gaan ook de volledige Nederlandstaligen er sterk op achteruit. Vlaamse leerlingen in het eerste leerjaar zijn ook steeds minder vaak basisgeletterd.
Ouders geven slecht voorbeeld
Verder is het leesklimaat thuis minder gunstig in Vlaanderen. In vergelijking met de andere landen heeft Vlaanderen het grootste aandeel ouders dat zelf niet graag leest en ook niet vaak leest. Relatief veel Vlaamse kinderen groeien ook op in een woning waar amper boeken aanwezig zijn. Opvallend is verder dat kinderen thuis minder gevoed worden: maar liefst 43% van de kinderen geeft aan met honger naar school te komen, wat een invloed heeft op de concentratie.
Onderwijsminister Weyts onderstreept dat er in de scholen verschillende initiatieven zijn opgestart om de leesvaardigheid te verbeteren en dat er in de toekomst ook wordt ingezet op Vlaamse Toetsen, een versterkte lerarenopleiding en nieuwe minimumdoelen waarbij de focus ligt op Nederlands en wiskunde. Hij doet echter vooral een beroep op de verantwoordelijkheid van de ouders. «Scholen en de overheid kunnen dit niet alleen. Breng je kinderen ook buiten de schooluren in contact met Nederlands. Lees veel verhaaltjes voor, ga naar de bibliotheek, lees zelf», klinkt het.
Voorwaardelijke schooltoelage
Weyts beseft dat hij op een stevige portie «goodwill» van de ouders moet rekenen, maar zou graag het vrijblijvende karakter ervan willen aanpakken. «De schooltoelage wordt zonder enige beperking toegekend. Als je vaststelt dat ouders hun ouderlijke verantwoordelijkheid ontlopen, zou je moeten kunnen ingrijpen in die schooltoelage. Scholen doen hun best om kinderen onder te dompelen in het Nederlands, maar het stopt niet na half vier, op vrijdagavond en in vakanties. We moeten ouders niet gaan ontslaan van hun verantwoordelijkheden.»