Armoede verandert je DNA
Drie jaar lang hebben Amerikaanse wetenschappers van de Duke University 132 jongeren tussen 11 en 15 jaar bestudeerd. Die pubers kwamen uit huishoudens variërend tussen een lage en een hoge sociaaleconomische status. Tijdens het onderzoek werden de proefpersonen regelmatig onder de MRI-scanner gelegd en werd er gepolst naar hun psychisch welbevinden en hun gedrag.
Het team stuitte bij de tieners uit een armoedige omgeving op veranderingen van het SLC6A4-gen. Dit gen beïnvloedt de amygdala, het deel van de hersenen waar voornamelijk negatieve emoties geregeld worden. Ze ontdekten dat de amygdala actiever was bij de adolescenten uit kansarme milieus.
Tegelijkertijd zagen de onderzoekers dat een lage sociaaleconomische status samenging met een tekort aan serotonine, wat vaak wordt geassocieerd met psychische aandoeningen. Jaren later zeiden verschillende proefpersonen uit een armer milieu ook dat ze met een depressie kampten.
"Deze studie is het eerste bewijs dat een lage sociaaleconomische status genen kan aanpassen", besluit een van de onderzoekers, Johnna Swarts. "Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor de behandelingen van depressies." De proffen van de Duke University willen zich verdiepen in het SLC6A4-gen en nagaan of er nog andere biologische factoren gekoppeld kunnen worden aan depressies.